Deuteronomium 12:17-19
Deuteronomium 12:17-19 BasisBijbel (BB)
Maar een tiende deel van de oogst van het graan, de druiven en de olijf-olie mogen jullie níet in jullie woonplaatsen opeten. Ook de eerstgeboren dieren van jullie koeien, schapen en geiten niet. Ook mogen jullie je belofte-offers, vrijwillige offers en beweeg-offers daar niet opeten. Die moeten jullie eten bij je Heer God, in de plaats die Hij zal uitkiezen. Jullie moeten die eten met jullie dochters, zonen, knechten en slavinnen, en met de Levieten die in jullie steden wonen. Vier feest bij je Heer God en wees blij over alles wat jullie hebben gedaan. Denk erom dat jullie, als jullie eenmaal in het land wonen, de Levieten nooit aan hun lot overlaten.
Deuteronomium 12:17-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
In uw woonplaatsen zult gij de tiende van uw koren niet mogen eten, noch die van uw most en uw olie, noch de eerstelingen van uw runderen en van uw kleinvee, noch iets van de gelofteoffers, die gij beloven zult, noch uw vrijwillige offers, noch uw wijgeschenken. Maar voor het aangezicht van de HERE, uw God, zult gij ze eten, op de plaats die de HERE, uw God, verkiezen zal, gij en uw zoon en uw dochter, uw dienstknecht en uw dienstmaagd, en de Leviet, die binnen uw poorten woont, en gij zult u verheugen voor het aangezicht van de HERE, uw God, over alles wat gij ondernomen hebt. Neem u ervoor in acht, dat gij de Leviet niet aan zijn lot overlaat, zolang gij in uw land woont.
Deuteronomium 12:17-19 Het Boek (HTB)
Geen enkel offer mag thuis worden gegeten. Noch de tienden van uw koren, jonge wijn en olijfolie, noch het eerstgeborene van uw kudden, noch uw vrijwillige offers, noch iets waarvan u hebt gezworen dat u het aan de HERE wilde geven, noch de vrijwillige en extra gaven. Al deze offers moeten naar de door de HERE uitgekozen plaats worden gebracht, waar u, uw kinderen en de Levieten ze onder de ogen van de HERE, uw God, zullen eten. Wees dan blij voor de HERE, uw God, voor alles wat uw werk heeft opgeleverd. En zorg ervoor dat u de Levieten nooit vergeet, deel alles met hen.
Deuteronomium 12:17-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
U mag binnen uw poorten niet de tienden van uw koren, van uw nieuwe wijn en van uw olie eten, evenmin de eerstgeborenen van uw runderen en van uw kleinvee of enige van uw gelofteoffers, die u beloofd hebt, ook niet uw vrijwillige gaven of de hefoffers van uw hand. Alleen voor het aangezicht van de HEERE, uw God, op de plaats die de HEERE, uw God, zal uitkiezen, mag u dat eten: u, uw zoon en uw dochter, uw slaaf en uw slavin, en de Leviet die binnen uw poorten is; en u zult u voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verblijden over alles wat u ter hand genomen hebt. Wees op uw hoede dat u de Leviet niet in de steek laat, al uw dagen in uw land.