Deuteronomium 12:17-19

Deuteronomium 12:17-19 NBG51

In uw woonplaatsen zult gij de tiende van uw koren niet mogen eten, noch die van uw most en uw olie, noch de eerstelingen van uw runderen en van uw kleinvee, noch iets van de gelofteoffers, die gij beloven zult, noch uw vrijwillige offers, noch uw wijgeschenken. Maar voor het aangezicht van de HERE, uw God, zult gij ze eten, op de plaats die de HERE, uw God, verkiezen zal, gij en uw zoon en uw dochter, uw dienstknecht en uw dienstmaagd, en de Leviet, die binnen uw poorten woont, en gij zult u verheugen voor het aangezicht van de HERE, uw God, over alles wat gij ondernomen hebt. Neem u ervoor in acht, dat gij de Leviet niet aan zijn lot overlaat, zolang gij in uw land woont.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid