Romeinen 3:10-23

Romeinen 3:10-23 HTB

Het staat zo in de Boeken: ‘Voor God is niemand rechtvaardig, werkelijk niemand. Er is niemand verstandig. Er is niemand die echt zijn best doet om God te vinden. Alle mensen hebben zich van God afgekeerd, zij zijn met elkaar de verkeerde weg opgegaan! Niemand doet wat goed is, zelfs niet één. Wat uit hun mond komt, stinkt naar zonde en dood, zij gebruiken hun tong voor leugen en bedrog. Hun lippen spuwen dodelijk vergif. Hun mond is vol vervloekingen en hatelijkheden. Zij staan meteen klaar om te doden, waar zij geweest zijn, laten zij een spoor van verwoesting en ellende achter. Zij weten niet hoe zij in vrede moeten leven. Zij hebben geen enkel ontzag voor God, zij houden geen rekening met Hem.’ Het is duidelijk dat deze woorden in het bijzonder gelden voor de Joden, die Gods wet hebben. Zo wordt iedereen de mond gesnoerd en gaat niemand vrijuit. De hele wereld is schuldig tegenover God. Ook al houdt men zich aan de wet, dan nog gaat men voor God niet vrijuit. Het enige wat de wet doet, is de mens bewust maken van zijn zonde. Maar nu is aan het licht gekomen dat God de mens buiten de wet om vrijspraak wil geven. Daar is in de Boeken al op gewezen. Deze rechtvaardigheid voor God wordt bereikt door op Jezus Christus te vertrouwen. Dit geldt voor alle mensen die in Hem geloven, wie zij ook zijn. Alle mensen hebben gezondigd en missen daardoor Gods nabijheid.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid