De HERE deed dit
omdat ik rechtvaardig ben.
Hij hielp mij
omdat geen kwaad aan mijn handen kleeft.
Ik heb altijd op zijn weg gewandeld
en ben nooit op een dwaalweg van God afgeraakt.
Ik hield zijn wetten steeds in gedachten,
vergat nooit een van zijn regels.
Ik gedroeg mij altijd precies
zoals Hij verwachtte
en zorgde ervoor dat ik niet zondigde.
De HERE heeft mij overeenkomstig behandeld,
Hij zag mijn zuiverheid.
U bent trouw
tegenover wie U trouw is
en iemand die zuiver leeft,
wordt door U op dezelfde manier tegemoet getreden.
Aan de trouwe volgeling
betoont U Zich trouw,
maar voor de zondaar
blijkt U een tegenstander.
U verlost een volk dat in nood is,
maar veracht trotse mensen.
U zorgt ervoor
dat mijn lamp blijft branden.
U, HERE, mijn God,
bent het Licht in de duisternis.
Samen met U
durf ik een leger tegemoet te treden.
Ja, met mijn God
kan ik over muren springen.
De weg van God
is een volmaakte weg,
het woord van de HERE
is zuiver als goud.
God beschermt ieder
die zijn heil bij Hem zoekt.
Er is immers geen andere god dan de HERE?
Wie is zo sterk en krachtig als Hij?
God geeft mij kracht
en baant de weg voor mij.
Hij maakt mij lichtvoetig als een hert,
zodat ik overal kan gaan
en geen weg onbegaanbaar voor mij is.
Hij oefent mijn handen,
zodat ik in oorlogstijd kundig de wapens kan hanteren.
Ook hebt U, HERE, mij het schild van het heil gegeven,
ik voelde de steun van uw rechterhand.
U boog Zich naar mij over
en uw goedheid hielp mij te overwinnen.
U gaf mij de ruimte om te lopen
en ik stond stevig op mijn voeten.
Ik achtervolgde mijn vijanden
en rustte niet tot ik hen had vernietigd.
Ik liep de vijand onder de voet
en verpletterde hem.
Hij kon niet meer opstaan.
U hebt mij kracht en sterkte gegeven
om de strijd aan te binden,
U liet mij de een na de ander overwinnen.
U zorgde ervoor dat mijn vijanden
voor mij op de vlucht sloegen,
ik heb hen gedood.
Toen zij om hulp riepen,
kwam er niemand om hen te redden.
Zelfs de HERE riepen zij aan,
maar Hij hielp hen niet.
Ik heb hen vernietigd
tot er niets van over was.
Zij waren niet meer terug te vinden.
U liet mij ontsnappen
aan de onlusten onder het volk.
U hebt mij aangesteld
tot koning over vele volken, die ik niet kende.
Zij werden aan mij onderworpen.
Zij hadden nog maar net van mij gehoord
of zij gehoorzaamden mij al.
Vreemdelingen gedroegen zich onderdanig tegenover mij.
Vreemden verloren zo hun sterke positie
en verlieten vol angst hun versterkte kastelen.
De HERE leeft! Ik prijs Hem.
Hij is mijn rots
en ik geef Hem de hoogste plaats.
Hij is de God, die mij in veiligheid brengt.
Hij is de God, die voor mij wraak heeft genomen
en volken aan mij heeft onderworpen.
Hij heeft mij uit de handen van mijn vijanden gered.
HERE, U hebt mij zelfs boven die vijanden gesteld.
U redde mij uit de handen van gewelddadige mensen.
Daarom prijs ik,
ook onder die andere volken,
uw naam en zing psalmen voor u.