Psalmen 106:1-14

Psalmen 106:1-14 HTB

Halleluja! Prijs de HERE. Hij is een goede God, want zijn goedheid en liefde zijn eeuwig. Zou er iemand zijn die alle goede daden van de HERE kan omschrijven? Die Hem alle eer kan brengen waarop Hij recht heeft? Gelukkig zijn de mensen die rechtvaardig leven, die altijd eerlijk en oprecht optreden. Denk toch aan mij, HERE. U houdt immers van uw volk? Red mij! Dan zal ik alle zegeningen die U voor uw volk hebt weggelegd, ook mogen zien. Dan kan ik mij met uw volk verheugen en dankbaar zijn met het land dat U ons hebt gegeven. Net als onze voorouders hebben wij heel erg gezondigd. Wij hebben niet geleefd en gehandeld volgens uw wil. Onze voorouders in Egypte hechtten geen waarde aan uw wonderen. Zij dachten niet aan de zeer vele zegeningen waarmee U hen overlaadde. Integendeel, zij kwamen tegen U in opstand bij de Rietzee. God verloste hen echter toch, ter wille van zijn eigen naam. Zo werd zijn grote kracht zichtbaar. Hij had de macht over die Rietzee en maakte er een droge weg doorheen. Zo liepen zij door die watermassa alsof het een woestijn was. God verloste zijn volk uit de macht van hun achtervolgers, die overspoeld werden door het water van de Rietzee: niemand van hen bleef in leven. Toen pas geloofden zij Hem op zijn woord, zij zongen lofliederen voor Hem. Maar al gauw vergaten zij weer wat Hij allemaal had gedaan, zij vroegen God niet om raad. Zij wilden afgoden gaan vereren in de woestijn en zo daagden zij God uit daar in die woestenij.