Genesis 2:8-11, 13-17

Genesis 2:8-11 NBG51

Voorts plantte de HERE God een hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had. Ook deed de HERE God allerlei geboomte uit de aardbodem opschieten, begeerlijk om te zien en goed om van te eten; en de boom des levens in het midden van de hof, benevens de boom der kennis van goed en kwaad. Er ontsprong in Eden een rivier om de hof te bevochtigen, en daar splitste zij zich in vier stromen. De naam van de eerste is Pison; deze stroomt om het gehele land Chawila, waar het goud is

Genesis 2:13-17 NBG51

De naam van de tweede rivier is Gichon; deze stroomt om het gehele land Ethiopië. De naam van de derde rivier is Tigris; deze stroomt ten oosten van Assur. En de vierde rivier is de Eufraat. En de HERE God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren. En de HERE God legde de mens het gebod op: Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid