Exodus 15:1-12

Exodus 15:1-12 NBG51

Toen zong Mozes met de Israëlieten de HERE dit lied en zij zeiden: Ik wil de HERE zingen, want Hij is hoog verheven, het paard en zijn ruiter stortte Hij in de zee. De HERE is mijn kracht en mijn psalm, Hij is mij tot heil geweest. Hij is mijn God, Hem verheerlijk ik, de God mijns vaders, Hem prijs ik. De HERE is een krijgsheld; HERE is zijn naam. De wagens van Farao en zijn legermacht wierp Hij in de zee; de keur van zijn wagenhelden werd in de Schelfzee gedompeld. Watervloeden overdekten hen; in de diepte zonken zij als een steen. Uw rechterhand, HERE, heerlijk door kracht, uw rechterhand, HERE, verpletterde de vijand. In uw grote majesteit vernietigdet Gij wie tegen U opstonden; Gij liet uw toorngloed los, hij verteerde hen als stoppels. Door de adem van uw neus werden de wateren opgestuwd; als een dam stonden de stromen; de watervloeden stolden in het hart der zee. De vijand zeide: Ik achtervolg, haal in, deel de buit; ik koel mijn lust aan hen, trek mijn zwaard; mijn hand roeit hen uit. Gij bliest met uw adem, de zee overdekte hen; als lood zonken zij in geweldige wateren. Wie is als Gij, onder de goden, HERE, wie is als Gij, heerlijk in heiligheid, vreselijk in roemrijke daden, wonderbaar in uw doen? Gij strektet uw rechterhand uit; de aarde verzwolg hen.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Exodus 15:1-12

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid