Psalm 56

56
Troost voor een vluchteling
1Een gouden kleinood van David, voor de koorleider, op ‘Duif op verre eiken’; #1 Sam. 21:12,13,14toen de Filistijnen hem gegrepen hadden te Gath.
2Wees mij genadig, o God, want de sterveling wil mij opslokken;
de hele dag onderdrukt mij de bestrijder.
3Mijn belagers willen mij de hele dag opslokken,
want ik heb veel bestrijders, o Allerhoogste!
4Op de dag dat ik vrees,
vertrouw ík op U.
5In God prijs ik Zijn woord,
op God vertrouw ik, ik vrees niet;
wat zou een schepsel mij kunnen doen?
6De hele dag verdraaien zij mijn woorden;
al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade.
7Zij scholen samen, zij verbergen zich;
zij letten op mijn voetstappen,
omdat zij loeren op mijn leven.#56:7 loeren op mijn leven - Letterlijk: uitzien naar mijn ziel.
8Zouden zij bij zoveel onrecht vrijuit gaan?
Stort de volken neer in toorn, o God!
9Ú hebt mijn omzwervingen geteld;
doe mijn tranen in Uw kruik.
Staan zij niet in Uw register?
10Dan zullen mijn vijanden terugdeinzen,
op de dag dat ik roep.
Dit weet ik: dat God met mij is.
11In God prijs ik het woord,
in de HEERE prijs ik het woord.
12Ik vertrouw op God, ik vrees niet;
# Ps. 118:6 wat zou de mens mij kunnen doen?
13O God, op mij rusten geloften, aan U gedaan;
ik zal ze aan U met dankzegging nakomen.
14Want U hebt mijn ziel gered van de dood
hebt U niet mijn voeten voor struikelen behoed? –
zodat ik voor Gods aangezicht zal wandelen
in het licht van de levenden.

Nu geselecteerd:

Psalm 56: HSV

Markering

Deel

Kopiëren

None

Wil je jouw markerkingen op al je apparaten opslaan? Meld je aan of log in

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid