Mattheüs 26:20-23

Mattheüs 26:20-23 HSV

Toen het avond geworden was, lag Hij aan met de twaalf. En toen zij aten, zei Hij: Voorwaar, Ik zeg u dat een van u Mij zal verraden. En zij werden zeer bedroefd en ieder van hen begon tegen Hem te zeggen: Ik ben het toch niet, Heere? Hij antwoordde en zei: Wie de hand met Mij in de schotel indoopt, die zal Mij verraden.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid