Hebreeën 5:1-4

Hebreeën 5:1-4 HSV

Want elke hogepriester die uit de mensen wordt genomen, is ten dienste van mensen aangesteld met het oog op de dingen die bij God te doen zijn, om gaven en offers te brengen vanwege de zonden. Hij kan voluit medelijden hebben met de onwetenden en dwalenden, omdat hij ook zelf met zwakheid omvangen is. En daarom moet hij, evenals voor het volk, ook voor zichzelf offeren vanwege de zonden. En niemand neemt die eer voor zichzelf, maar men wordt er door God toe geroepen, zoals Aäron.