De ogen van Israël waren echter zwak van ouderdom; hij kon niet goed meer zien. Hij liet hen dichter bij zich komen; toen kuste hij hen en omhelsde hen. En Israël zei tegen Jozef: Ik had niet gedacht je gezicht ooit nog te zien, maar zie, God heeft mij zelfs je nageslacht laten zien. Toen liet Jozef hen bij Jakobs knieën weggaan, en hij boog zich met zijn gezicht ter aarde. Daarna nam Jozef hen beiden: Efraïm aan zijn rechterhand – voor Israël was dat links – en Manasse aan zijn linkerhand – voor Israël was dat rechts. Zo liet hij hen dichter bij hem komen. Maar Israël stak zijn rechterhand uit en legde die op het hoofd van Efraïm, hoewel deze de jongste was, en hij legde zijn linkerhand op het hoofd van Manasse. Hij kruiste zijn handen, hoewel Manasse de eerstgeborene was. En hij zegende Jozef en zei: De God voor Wiens aangezicht mijn vaderen, Abraham en Izak, gewandeld hebben, de God Die mij als herder geleid heeft, mijn leven lang tot op deze dag, de Engel, Die mij verlost heeft van al het kwaad, zegene deze jongens, zodat door hen mijn naam genoemd zal blijven, en de naam van mijn vaderen Abraham en Izak en zij in het midden van het land in menigte zullen toenemen. Toen Jozef zag dat zijn vader zijn rechterhand op het hoofd van Efraïm legde, was dat kwalijk in zijn ogen. Daarom greep hij de hand van zijn vader om die te verleggen van het hoofd van Efraïm naar het hoofd van Manasse. Jozef zei tegen zijn vader: Niet zó, mijn vader, want dit is de eerstgeborene. Leg uw rechterhand op zijn hoofd. Maar zijn vader weigerde het en zei: Ik weet het, mijn zoon, ik weet het. Ook hij zal tot een volk worden, ook hij zal aanzien krijgen; maar toch zal zijn jongste broer meer aanzien krijgen dan hij, en zijn nageslacht zal tot een grote menigte van volken worden. Zo zegende hij hen op die dag; hij zei: Israël zal met jullie naam zegenen door te zeggen: Moge God u maken als Efraïm en als Manasse. Zo plaatste hij Efraïm vóór Manasse. Toen zei Israël tegen Jozef: Zie, ik ga sterven, maar God zal met jullie zijn en Hij zal jullie terugbrengen naar het land van jullie vaderen.
Genesis 48 lezen
Luister naar Genesis 48
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Genesis 48:10-21
5 dagen
In het beeldmerk van de Pinksterconferentie van dit jaar zie je een aantal symbolen voor Jezus. In de scherven zie je een kroon, een kruis, een lam en een leeuw. Het wijst allemaal naar Jezus. Het zijn symbolen waar de Bijbel zelf ook over spreekt. Het zijn beelden waarin Jezus verborgen aanwezig is. Deze week gaan we als het ware wat dichter naar dit beeldmerk toe. Als we zeggen: ‘Maar wij zien Jezus’, hoe herkennen we Hem dan in ons dagelijks leven? En wat zeggen het kruis, de kroon, het lam, de leeuw en het brood ons vandaag?
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's