1
Ezechiël 8:3
BasisBijbel
Hij stak iets uit dat op een hand leek. Met die hand greep Hij mij bij mijn haar. Het was alsof ik tussen hemel en aarde zweefde toen de Geest mijn geest meenam naar Jeruzalem. Ik stond bij de deur van de poort aan de noordkant van het binnenste tempelplein. Aan de noordkant van het binnenplein, bij de poort waar ik was, stond de stoel waarop vroeger een afgodsbeeld had gezeten. Met dat afgodsbeeld hadden ze de Heer zwaar beledigd.
Vergelijk
Ontdek Ezechiël 8:3
2
Ezechiël 8:12
De Heer zei tegen mij: "Heb je gezien, mensenzoon, wat de leiders van het volk Israël in het donker doen, in hun kamer met afbeeldingen? Ze denken: 'De Heer ziet ons niet. De Heer heeft het land verlaten.'
Ontdek Ezechiël 8:12
3
Ezechiël 8:18
Maar Ik zal hen straffen! Ik zal het hun niet langer vergeven. Ik zal geen genade meer met hen hebben. Al schreeuwen ze naar Mij om hulp, Ik zal niet naar hen luisteren."
Ontdek Ezechiël 8:18
YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's