JonaНамуна

God heeft het recht om kwaad te worden, wij niet

Lees: Jona 4:4

SOAP: Romeinen 3:23, Micha 6:8

Gisteren zagen we een behoorlijk boze Jona. Hij was boos omdat de mensen uit Ninevé Gods genade kregen – iets wat niet alleen gegeven werd aan de inwoners van Ninevé, maar ook aan Jona.

Ik zie voor me hoe God, op de meest liefdevolle manier die je je kunt voorstellen, vraagt aan Jona: ‘Oh, Jona, echt? Word je boos omdat ik iets doe voor de inwoners van Ninevé wat ik ook voor jou deed en wat ik nog steeds voor jou doe? Denk je dat het terecht is dat je zo kwaad bent? Ik zou boos moeten zijn!’

Is het terecht dat je zo kwaad bent? Dat vers komt vaak in me op als ik mezelf met op een luide, strenge toon hoor praten. Of als ik overdreven reageer omdat iets niet gedaan is zoals ik verwachtte. 

God is de enige die het recht heeft om kwaad te zijn. Hij is degene die al mijn fouten, mijn zonden en mijn overtredingen ziet. En toch besluit Hij om van me te houden. Maar ik denk dat ik het recht heb om kwaad te zijn op anderen als ze iets verkeerd doen of als ze niet voldoen aan mijn standaard. 

Romeinen 3:23 zegt dat allen hebben gezondigd en de heerlijkheid van God missen. Allen. En toch vergeeft Hij ons elke dag opnieuw. Heb je de laatste tijd stilgestaan bij Gods genade? Heb je gezien op hoeveel manieren hij barmhartig voor je was? Laten we ook genadig voor elkaar zijn.

Hemelse Vader, help me om altijd recht te doen, van vriendelijk te zijn en nederig met U te gaan. Ik wil niet veroordelend zijn of boos te worden op anderen als dingen niet gaan zoals ik me had voorgesteld. Help me om Uw liefde en genade die U in mijn leven brengt aan mensen te laten zien. Amen.