De brief van Paulus aan de Romeinen 3:19-23
Het is duidelijk dat deze woorden in het bijzonder gelden voor de Joden, die Gods wet hebben. Zo wordt iedereen de mond gesnoerd en gaat niemand vrijuit. De hele wereld is schuldig tegenover God. Ook al houdt men zich aan de wet, dan nog gaat men voor God niet vrijuit. Het enige wat de wet doet, is de mens bewust maken van zijn zonde. Maar nu is aan het licht gekomen dat God de mens buiten de wet om vrijspraak wil geven. Daar is in de Boeken al op gewezen. Deze rechtvaardigheid voor God wordt bereikt door op Jezus Christus te vertrouwen. Dit geldt voor alle mensen die in Hem geloven, wie zij ook zijn. Alle mensen hebben gezondigd en missen daardoor Gods nabijheid.
Romeinen 3:19-23