Zoek resultaten voor: Jesaja 61
Jesaja 61:2 (HTB)
Hij heeft mij gestuurd om aan mensen in de rouw te vertellen dat de tijd van Gods genade voor hen is gekomen, maar ook de dag van zijn toorn tegen hun vijanden.
Jesaja 61:4 (HTB)
Zij zullen de oude ruïnes herbouwen, steden restaureren die lang geleden werden verwoest en deze opnieuw tot leven brengen, ook al hebben zij vele generaties lang in puin gelegen.
Jesaja 61:1 (HTB)
De Geest van God de Here rust op mij, omdat de Here mij heeft gezalfd tot brenger van goed nieuws aan mensen die lijden en worden onderdrukt. Hij heeft mij gestuurd om mensen met gebroken harten te troosten, voor gevangenen vrijlating uit te roepen en hen die opgesloten zitten, te bevrijden.
Jesaja 61:3 (HTB)
Aan allen die in Israël rouwen, geeft Hij schoonheid in plaats van as, vreugde in plaats van rouw, lof in plaats van neerslachtigheid. Want God heeft hen geplant als sterke en rechtvaardige eiken ter wille van zijn eigen glorie.
Jesaja 61:5 (HTB)
Buitenlanders zullen uw dienaars zijn, zij zullen uw kudden voederen, uw land ploegen en uw wijngaarden verzorgen.
Jesaja 61:8 (HTB)
Want Ik, de Here , houd van gerechtigheid, Ik haat roof en het kwaad. Ik zal mijn volk trouw belonen en een eeuwigdurend verbond met hen sluiten.
Jesaja 61:9 (HTB)
Hun nakomelingen zullen bekend en beroemd zijn onder de volken, iedereen zal beseffen dat zij een volk vormen dat door God is gezegend.
Jesaja 61:10 (HTB)
Laat mij u vertellen hoe gelukkig God mij heeft gemaakt! Want Hij heeft mij gekleed in gewaden van heil en een mantel van gerechtigheid over mijn schouder gelegd. Ik lijk wel een bruidegom in zijn trouwpak of een bruid met haar sieraden.
Jesaja 61:6 (HTB)
U zult priesters van de Here , helpers van onze God, worden genoemd. U zult worden gevoed met de rijkdommen van de volken en u zult u op hun schatten beroemen.
Jesaja 61:7 (HTB)
In plaats van schaamte en schande zult u een dubbele hoeveelheid voorspoed en eeuwige vreugde krijgen.
Jesaja 61:11 (HTB)
God de Here zal de volken van de wereld zijn gerechtigheid laten zien, allen zullen Hem loven. Als een bloeiende boom of als een tuin, vroeg in de lente, vol met jonge planten die overal opschieten, zo zal God, de Here , gerechtigheid doen voortkomen onder alle volken.
Jesaja 30:4 (HTB)
Want al komen uw onderhandelaars naar Zoan en Hanes,
Jesaja 30:5 (HTB)
ze zullen niets bereiken, dat volk heeft niets te bieden. Ze krijgen er geen hulp, maar alleen teleurstelling en schande!
Jesaja 37:21 (HTB)
Toen stuurde Jesaja deze boodschap naar koning Hizkia: ‘De Here , de God van Israël zegt: “Dit is mijn antwoord op uw gebed tegen koning Sanherib van Assur.”
Jesaja 38:8 (HTB)
Ik zal de schaduw van de zon op de zonnewijzer van Achaz tien graden laten teruggaan!’ En de zon liep de tien graden terug die hij al had afgelegd!
Jesaja 38:9 (HTB)
Toen koning Hizkia weer beter was, schreef hij een gedicht over deze gebeurtenis:
Jesaja 38:12 (HTB)
Mijn leven wordt weggeblazen als een herderstent, het wordt afgesneden zoals een wever zijn werk van het weefgestoelte afsnijdt. In één dag komt mijn leven aan een zijden draad te hangen.
Jesaja 38:14 (HTB)
In het nauw gedreven, tjilp ik als een zwaluw en kir ik als een duif. Ik kijk verlangend omhoog en roep: “Och Here , ik ben bang, help mij toch.”
Jesaja 38:15 (HTB)
Maar wat moet ik zeggen? Want Hij stuurde deze ziekte. Ik ben verbitterd en ik kan de slaap niet vatten.
Jesaja 38:17 (HTB)
Ja, nu begrijp ik dat deze bitterheid goed voor mij is geweest. U hebt mij liefdevol uit de macht van de dood verlost. U hebt mij al mijn zonden vergeven.
Jesaja 38:18 (HTB)
Want doden kunnen U niet prijzen. Zij die in het graf zijn, kennen geen hoop en vreugde.
Jesaja 38:19 (HTB)
De levenden, alleen de levenden, kunnen U prijzen zoals ik nu doe. Laten de vaders het aan hun kinderen doorvertellen.
Jesaja 38:20 (HTB)
Denk u eens in! De Here genas mij! Van nu af aan zal ik, zolang ik leef, elke dag in de tempel van de Here lofliederen zingen op de muziek van de instrumenten.’
Jesaja 38:21 (HTB)
Jesaja had tegen Hizkiaʼs dienaren gezegd: ‘Neem een plak gedroogde vijgen en wrijf daar de ontstoken plek mee in, dan zal hij weer beter worden.’
Jesaja 39:3 (HTB)
Toen kwam de profeet Jesaja bij de koning en vroeg: ‘Wat hebben die mannen gezegd? Waar komen zij vandaan?’ ‘Zij komen uit het verre Babel,’ gaf Hizkia als antwoord.