Zoek resultaten voor: Openbaring 6:10
De Openbaring van Johannes 6:10 (NBG51)
En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen?
De Openbaring van Johannes 6:1 (NBG51)
En ik zag, toen het Lam een van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met een stem als van een donderslag: Kom!
De Openbaring van Johannes 6:11 (NBG51)
En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij.
De Openbaring van Johannes 6:12 (NBG51)
En ik zag, toen Hij het zesde zegel opende, en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed.
De Openbaring van Johannes 6:13 (NBG51)
En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt.
De Openbaring van Johannes 6:14 (NBG51)
En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt.
De Openbaring van Johannes 6:15 (NBG51)
En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen;
De Openbaring van Johannes 6:16 (NBG51)
en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam;
De Openbaring van Johannes 6:17 (NBG51)
want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?
De Openbaring van Johannes 10:1 (NBG51)
En ik zag een andere sterke engel nederdalen uit de hemel, bekleed met een wolk, en de regenboog was op zijn hoofd en zijn gelaat was als de zon en zijn voeten waren als zuilen van vuur,
De Openbaring van Johannes 10:2 (NBG51)
en hij had in zijn hand een geopend boekje en hij zette zijn rechtervoet op de zee en de linker op de aarde,
De Openbaring van Johannes 10:3 (NBG51)
en hij riep met luider stem, zoals een leeuw brult, en toen hij riep, lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen.
De Openbaring van Johannes 10:4 (NBG51)
En toen de zeven donderslagen gesproken hadden, wilde ik het opschrijven, maar ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Verzegel hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf het niet op.
De Openbaring van Johannes 10:5 (NBG51)
En de engel, die ik zag staan op de zee en op de aarde, hief zijn rechterhand op naar de hemel,
De Openbaring van Johannes 10:6 (NBG51)
en zwoer bij Hem, die leeft tot in alle eeuwigheden, die de hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is en de aarde en hetgeen daarop is en de zee en hetgeen daarin is: er zal geen uitstel meer zijn,
De Openbaring van Johannes 10:7 (NBG51)
maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd.
De Openbaring van Johannes 10:8 (NBG51)
En de stem, die ik gehoord had uit de hemel, (hoorde ik) wederom met mij spreken en zij zeide: Ga heen, neem het boek, dat geopend ligt in de hand van de engel, die op de zee en op de aarde staat.
De Openbaring van Johannes 10:9 (NBG51)
En ik ging heen tot de engel en zeide tot hem, dat hij mij het boekje zou geven. En hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing.
De Openbaring van Johannes 10:10 (NBG51)
En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter.
De Openbaring van Johannes 10:11 (NBG51)
En er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen.
De Openbaring van Johannes 6:2 (NBG51)
En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen.
De Openbaring van Johannes 6:3 (NBG51)
En toen Hij het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom!
De Openbaring van Johannes 6:4 (NBG51)
En een tweede, een rossig paard, kwam, en hem, die erop zat, werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en dat zij elkander zouden slachten, en hem werd een groot zwaard gegeven.
De Openbaring van Johannes 6:5 (NBG51)
En toen Hij het derde zegel opende, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom! En ik zag, en zie, een zwart paard, en die erop zat had een weegschaal in zijn hand.
De Openbaring van Johannes 6:6 (NBG51)
En ik hoorde als een stem te midden van de vier dieren zeggen: Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling; en breng geen schade toe aan de olie en de wijn.