Zoek resultaten voor: Joh. 15:16
Genesis 15:16 (NBG51)
Het vierde geslacht echter zal hierheen wederkeren, want eerder is de maat van de ongerechtigheid der Amorieten niet vol.
Exodus 15:16 (NBG51)
Ontzetting en schrik overviel hen, door uw geweldige arm verstarden zij als een steen, terwijl uw volk, Here , doortrok, uw volk, dat Gij U hebt verworven, doortrok.
Leviticus 15:16 (NBG51)
Wanneer bij een man zaaduitstorting plaats heeft, dan zal hij zijn gehele lichaam in water baden en hij zal onrein zijn tot de avond.
Numeri 15:16 (NBG51)
Eénzelfde wet en éénzelfde voorschrift zal gelden zowel voor u als voor de vreemdeling die bij u vertoeft.
Deuteronomium 15:16 (NBG51)
Maar wanneer hij tot u zegt: Ik wil niet van u heengaan – omdat hij u en uw gezin liefheeft, daar hij het goed bij u heeft,
Jozua 15:16 (NBG51)
Toen zeide Kaleb: Wie Kirjat-Sefer slaat en het inneemt, die geef ik mijn dochter Aksa tot vrouw.
Richteren 15:16 (NBG51)
En Simson zeide: Met een ezelskaak sloeg ik dat ezelstuig, met een ezelskaak duizend man.
Job 15:16 (NBG51)
hoeveel te minder de afschuwelijk verdorvene, de mens, die ongerechtigheid indrinkt als water!
Jeremia 15:16 (NBG51)
Zo vaak uw woorden gevonden werden, at ik ze op, uw woord was mij tot vreugde en blijdschap mijns harten; want uw naam is over mij uitgeroepen, Here , God der heerscharen.
De Spreuken 15:16 (NBG51)
Beter is een weinig in de vreze des Heren , dan een grote schat en onrust daarbij.
Genesis 16:15 (NBG51)
En Hagar baarde Abram een zoon en Abram noemde de zoon, die Hagar gebaard had, Ismaël.
Exodus 16:15 (NBG51)
Toen de Israëlieten het zagen, zeiden zij tot elkander: Wat is dit? Want zij wisten niet, wat het was. Maar Mozes zeide tot hen: Dit is het brood dat de Here u tot spijze gegeven heeft.
Leviticus 16:15 (NBG51)
Dan zal hij de bok van het zondoffer, voor het volk bestemd, slachten en zijn bloed naar binnen, achter het voorhangsel brengen, en met dat bloed doen, zoals hij met het bloed van de stier gedaan heeft: hij zal het op het verzoendeksel en vóór het verzoendeksel sprenkelen.
Numeri 16:15 (NBG51)
Toen werd Mozes zeer toornig en hij zeide tot de Here : Wend U niet tot hun spijsoffer; niet één ezel heb ik van hen weggenomen, noch iemand van hen kwaad gedaan.
Deuteronomium 16:15 (NBG51)
Zeven dagen zult gij feest vieren ter ere van de Here , uw God, op de plaats die de Here verkiezen zal; want de Here , uw God, zal u zegenen in heel uw oogst en in al het werk uwer handen, zodat gij waarlijk vrolijk kunt zijn.
Richteren 16:15 (NBG51)
Zij zeide tot hem: Hoe kunt gij zeggen: Ik heb u lief, terwijl uw hart mij niet toebehoort? Nu hebt gij mij reeds driemaal bedrogen en mij niet verteld, waardoor uw kracht zo groot is.
Job 16:15 (NBG51)
Een rouwgewaad heb ik over mijn huid genaaid, en mijn horen in het stof gestoken;
Jeremia 16:15 (NBG51)
maar veeleer: Zo waar de Here leeft, die de Israëlieten heeft doen optrekken uit het Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; ja, Ik zal hen terugbrengen in het land dat Ik aan hun vaderen gegeven had.
Ezechiël 16:15 (NBG51)
Maar gij hebt op uw schoonheid vertrouwd en ontucht gepleegd, trots op uw faam, en gij hebt aan iedere voorbijganger uw ontucht opgedrongen: het zou voor hem zijn.
Het eerste boek Samuël 15:16 (NBG51)
Toen zeide Samuël tot Saul: Houd stil, dan zal ik u mededelen wat de Here in deze nacht tot mij gesproken heeft. Hij zeide tot hem: Spreek.
Het tweede boek Samuël 15:16 (NBG51)
Toen ging de koning heen en zijn gehele huis volgde hem op de voet; tien bijvrouwen liet de koning achter om toezicht te houden op het paleis.
Het evangelie naar Matteüs 15:16 (NBG51)
Hij zeide: Zijt ook gij nog onbevattelijk?
Het evangelie naar Marcus 15:16 (NBG51)
De soldaten nu leidden Hem weg tot binnen het hof, dat is het gerechtsgebouw, en riepen de gehele afdeling bijeen.
Het evangelie naar Lucas 15:16 (NBG51)
En hij begeerde zijn buik te vullen met de schillen, die de varkens aten, doch niemand gaf ze hem.
Het evangelie naar Johannes 15:16 (NBG51)
Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam.