Zoek resultaten voor: Johannes 15:5
Johannes 1:15 (HTB)
Johannes was zijn getuige en zei over Hem: ‘Dit is degene van wie ik zei dat er na mij Iemand zou komen die belangrijker is dan ik, omdat Hij er eerder was dan ik.’
Johannes 10:15 (HTB)
zoals Ik de Vader ken en Hij Mij kent. Ik geef mijn leven voor mijn schapen.
Johannes 12:15 (HTB)
‘Wees niet bang, Jeruzalem! Kijk, uw koning komt op de rug van een ezelsveulen.’
Johannes 13:15 (HTB)
Want Ik heb jullie een voorbeeld gegeven, volg Mij hierin na.
Johannes 6:15 (HTB)
Omdat Jezus merkte dat de mensen Hem wilden dwingen hun koning te worden, ging Hij alleen de bergen in.
Johannes 3:15 (HTB)
opdat ieder die in Mij gelooft, eeuwig leven zal hebben.
Johannes 4:15 (HTB)
De vrouw zei: ‘Here, geef mij van dat water, dan zal ik nooit meer dorst krijgen en hier geen water meer hoeven putten.’
Johannes 21:15 (HTB)
Toen zij gegeten hadden, vroeg Jezus aan Simon Petrus: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van Mij? Meer dan de anderen?’ ‘Ja, Here. U weet dat ik van U houd,’ zei Petrus. ‘Zorg dan voor mijn lammeren,’ was Jezusʼ antwoord.
Johannes 8:15 (HTB)
U oordeelt met menselijke maatstaven, Ik oordeel niemand.
Johannes 9:15 (HTB)
De Farizeeën vroegen de man ook hoe het kwam dat hij kon zien. Hij antwoordde: ‘Hij deed wat modder op mijn ogen. Daarna heb ik mij gewassen en nu kan ik zien.’
Johannes 16:15 (HTB)
Alles wat van de Vader is, is ook van Mij. Daarom zeg Ik dat Hij alles wat Hij van Mij hoort, aan jullie zal vertellen.
Johannes 17:15 (HTB)
Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te beschermen tegen de duivel.
Johannes 14:15 (HTB)
‘Wie van Mij houdt, zal altijd volgens mijn geboden leven.
Johannes 2:15 (HTB)
Hij knoopte een paar stukken touw aan elkaar en joeg hen daarmee met hun dieren de tempel uit. Het geld van de wisselaars gooide Hij op de grond en hun tafeltjes gooide Hij omver.
Johannes 18:5 (HTB)
‘Jezus van Nazareth,’ antwoordden zij. ‘Ik ben het,’ zei Hij, terwijl Judas, die Hem uitleverde, erbij stond.
Johannes 13:5 (HTB)
Daarna goot Hij water in een kom en begon de voeten van zijn leerlingen te wassen. Hij droogde ze af met de doek die Hij om zijn middel had.
Johannes 17:5 (HTB)
Vader, laat Mij nu bij U terugkomen om de eer en de heerlijkheid te ontvangen die Ik voor het ontstaan van de wereld al had.
Johannes 19:5 (HTB)
Jezus kwam achter hem aan naar buiten, met de doornenkroon op zijn hoofd en de rode mantel om. ‘Hier is Hij, de Mens,’ zei Pilatus.
Johannes 20:5 (HTB)
Hij boog zich voorover, keek in het graf en zag alleen de linnen windsels liggen. Maar hij ging niet naar binnen.
Johannes 21:5 (HTB)
Jezus riep: ‘Vrienden, hebben jullie iets te eten?’ ‘Nee,’ antwoordden zij.
Johannes 1:5 (HTB)
Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in zijn macht kunnen krijgen.
Johannes 9:5 (HTB)
Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht van de wereld.’
Johannes 11:5 (HTB)
Jezus hield veel van Martha, Maria en Lazarus.
Johannes 6:5 (HTB)
Toen Jezus al die mensen zag aankomen, vroeg Hij aan Filippus: ‘Waar kunnen wij brood vandaan halen om die mensen te eten te geven?’
Johannes 12:5 (HTB)
‘Die olie is een kapitaal waard! Dat geld had beter besteed kunnen worden. U had het aan de armen kunnen geven.’