Zoekresultaten
2 Koningen 3:16 (HSV)
en hij zei: Zo zegt de HEERE : Maak dit dal vol geulen.
2 Kronieken 3:16 (HSV)
Verder maakte hij kettingen, zoals in het binnenste heiligdom, en maakte ze vast aan de boven kant van de pilaren. Bovendien maakte hij honderd granaatappels, en maakte ze vast tussen de kettingen.
1 Kronieken 3:16 (HSV)
De zonen van Jojakim waren zijn zoon Jechonia, en zijn zoon Zedekia.
1 Samuel 3:16 (HSV)
Toen riep Eli Samuel en zei: Mijn zoon Samuel! Hij zei: Zie, hier ben ik.
Spreuken 16:3 (HSV)
Wentel uw werken op de HEERE , en uw plannen zullen bevestigd worden.
Openbaring 16:3 (HSV)
En de tweede engel goot zijn schaal uit in de zee, en die werd bloed, als van een dode. En elk levend wezen in de zee stierf.
Mattheüs 16:3 (HSV)
en 's morgens: Vandaag storm, want de hemel is somber rood. Huichelaars! De aanblik van de lucht weet u wel te onderscheiden, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden ?
Lukas 16:3 (HSV)
En de rentmeester zei bij zichzelf: Wat moet ik doen, omdat mijn heer dit rentmeesterschap van mij afneemt? Spitten kan ik niet en voor bedelen schaam ik mij.
Johannes 16:3 (HSV)
En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij de Vader niet gekend hebben en Mij ook niet.
Handelingen 16:3 (HSV)
Paulus wilde dat die met hem mee zou gaan; en hij nam hem bij zich en besneed hem omwille van de Joden die in die plaatsen woonden, want zij wisten allen dat zijn vader een Griek was.
Richteren 16:3 (HSV)
Maar Simson bleef tot middernacht liggen. Toen, te middernacht, stond hij op, greep de deuren van de stadspoort met de beide posten en trok ze los, met grendel en al . En hij legde ze op zijn schouders en droeg ze omhoog naar de top van de berg die tegenover Hebron ligt.
Jesaja 16:3 (HSV)
Schaf raad, neem een beslissing. Maak op het middaguur uw schaduw als de nacht, verberg de verdrevenen, verraad geen vluchteling.
Psalm 16:3 (HSV)
maar voor de heiligen die op de aarde zijn, en de machtigen, in wie ik al mijn vreugde vind.
Jeremia 16:3 (HSV)
want zo zegt de HEERE over de zonen en over de dochters die in deze plaats geboren worden, en over hun moeders die hen baren, en over hun vaders die hen verwekken in dit land:
Ezechiël 16:3 (HSV)
en zeg: Zo zegt de Heere HEERE tegen Jeruzalem: Uw oorsprong en uw geboorte zijn uit het land van de Kanaänieten. Uw vader was die Amoriet en uw moeder een Hethitische.
Markus 16:3 (HSV)
En zij zeiden tegen elkaar: Wie zal voor ons de steen van de ingang van het graf wegrollen?
Romeinen 16:3 (HSV)
Groet Priscilla en Aquila, mijn medearbeiders in Christus Jezus.
Exodus 16:3 (HSV)
De Israëlieten zeiden tegen hen: Och, waren wij maar door de hand van de HEERE gestorven in het land Egypte, toen wij bij de vleespotten zaten en brood aten tot verzadiging toe! Want u hebt ons uitgeleid naar deze woestijn om heel deze gemeente van honger te laten sterven.
Job 16:3 (HSV)
Is er een einde aan de woorden van wind? Of wat maakt jullie zo stellig als jullie antwoord geven?
Genesis 16:3 (HSV)
Toen nam Sarai, de vrouw van Abram, Hagar, de Egyptische, haar slavin, nadat Abram tien jaar in het land Kanaän gewoond had, en gaf haar aan Abram, haar man, als vrouw voor hem.
Deuteronomium 16:3 (HSV)
U mag er niets wat gezuurd is bij eten. Zeven dagen moet u er ongezuurd brood bij eten, brood van de ellende – want met haast bent u uit het land Egypte vertrokken – om de dag te gedenken dat u uit het land Egypte trok, alle dagen van uw leven.
Numeri 16:3 (HSV)
Zij kwamen vanwege Mozes en vanwege Aäron bijeen, en zeiden tegen hen: U trekt te veel naar u toe , want heel de gemeenschap, allen zijn zij heilig, en de HEERE is in hun midden. Waarom verheft u zich dan boven de gemeente van de HEERE ?
Jozua 16:3 (HSV)
Dan loopt hij naar beneden, in westelijke richting, naar het gebied van de Jafletiet, tot aan het gebied van Laag-Beth-Horon en tot Gezer. Zijn eindpunt ligt bij de zee.
Leviticus 16:3 (HSV)
Alleen hiermee mag Aäron het heiligdom binnengaan: met een jonge stier – het jong van een rund – als zondoffer en een ram als brandoffer.
1 Korinthe 16:3 (HSV)
En wanneer ik bij u gekomen ben, zal ik hen die u daarvoor geschikt acht, met brieven sturen om uw gave naar Jeruzalem over te brengen.