Zoekresultaten

Lukas 9:5 (HSV)

En als ze u niet zullen ontvangen, vertrek dan uit die stad en schud ook het stof af van uw voeten, tot een getuigenis tegen hen.

Handelingen 9:5 (HSV)

En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. Het is hard voor u, met de hielen tegen de prikkels te slaan.

Daniël 9:5 (HSV)

wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen.

Mattheüs 9:5 (HSV)

Want wat is gemakkelijker, te zeggen: De zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en ga lopen?

Johannes 9:5 (HSV)

Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het Licht der wereld.

Amos 9:5 (HSV)

De Heere, de HEERE van de legermachten, Die het land aanraakt, zodat het wegsmelt en al zijn inwoners rouw bedrijven, omdat het in zijn geheel stijgen zal als de Nijl, en wegzinken als de rivier van Egypte;

Zacharia 9:5 (HSV)

Askelon zal het zien en bevreesd zijn, evenals Gaza, en het zal hevig beven, ook Ekron, omdat zijn verwachting wordt beschaamd. De koning zal uit Gaza verdwijnen en Askelon zal onbewoond zijn.

Markus 9:5 (HSV)

En Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; en laten wij drie tenten maken, voor U één en voor Mozes één en voor Elia één.

Romeinen 9:5 (HSV)

Tot hen behoren de vaderen, en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus voortgekomen , Die God is, boven alles, te prijzen tot in eeuwigheid. Amen!

Openbaring 9:5 (HSV)

En hun werd macht gegeven, niet om hen te doden, maar om hen te pijnigen, vijf maanden lang . Hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt.

Jesaja 9:5 (HSV)

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.

Prediker 9:5 (HSV)

Want de levenden weten dat zij sterven zullen, maar de doden weten helemaal niets. Zij hebben ook geen loon meer, maar hun nagedachtenis is vergeten.

Jeremia 9:5 (HSV)

Eenieder bedriegt zijn naaste, zij spreken niet de waarheid. Zij leren hun tong leugens te spreken, zij vermoeien zich met onrecht doen.

Ezechiël 9:5 (HSV)

Maar tegen die andere mannen zei Hij ten aanhoren van mij: Trek achter Hem aan door de stad, en dood! Ontzie niemand en heb geen medelijden.

Hosea 9:5 (HSV)

Wat zult u dan doen op een hoogtijdag en op een feestdag voor de HEERE ?

Ezra 9:5 (HSV)

Tegen het avondoffer stond ik op uit mijn verootmoediging, waarbij ik mijn kleed en mijn mantel had gescheurd, en ik boog mij op mijn knieën en spreidde mijn handen uit tot de HEERE , mijn God.

Psalm 9:5 (HSV)

Want U hebt mijn recht en mijn rechtszaak behartigd, U hebt Zich gezet op de troon, o rechtvaardige Rechter.

Numeri 9:5 (HSV)

Zij hielden het Pascha op de veertiende dag van de eerste maand, tegen het vallen van de avond, in de woestijn Sinaï. Overeenkomstig alles wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden de Israëlieten.

Nehemia 9:5 (HSV)

De Levieten Jesua, Kadmiël, Bani, Hasabneja, Serebja, Hodia, Sebanja en Petahja zeiden: Sta op, loof de HEERE , uw God, van eeuwigheid tot eeuwigheid, en laat men Uw heerlijke Naam loven, die boven alle lof en prijs verheven is.

Exodus 9:5 (HSV)

De HEERE bepaalde een vastgestelde tijd en zei: Morgen zal de HEERE deze zaak in het land doen.

Spreuken 9:5 (HSV)

Kom, eet van Mijn brood en drink van de wijn die Ik gemengd heb.

Job 9:5 (HSV)

Hij verplaatst bergen, zonder dat men het merkt, Hij keert ze om in Zijn toorn.

Esther 9:5 (HSV)

De Joden sloegen met het zwaard op al hun vijanden in en zaaiden dood en verderf, en zij deden met hun haters naar hun goeddunken.

Jozua 9:5 (HSV)

Ook hadden zij versleten en opgelapte schoenen aan hun voeten, en zij hadden versleten kleren aan, en alle brood van hun proviand was droog en kruimelig.

Richteren 9:5 (HSV)

Toen kwam hij in het huis van zijn vader in Ofra en doodde zijn broers, de zonen van Jerubbaäl, op één en dezelfde steen: zeventig mannen. Maar Jotham, de jongste zoon van Jerubbaäl, bleef over, omdat hij zich had verborgen.