Zoekresultaten
Exodus 5:16 (HSV)
Stro wordt uw dienaren niet gegeven, en toch zeggen zij tegen ons: Maak bakstenen! En zie, uw dienaren worden geslagen, maar uw volk staat schuldig.
Leviticus 5:16 (HSV)
Zo moet hij het heilige waartegen hij gezondigd heeft, vergoeden en er een vijfde deel aan toevoegen. Hij moet dat aan de priester geven. Zo zal de priester met de ram van het schuldoffer verzoening voor hem doen, en het zal hem vergeven worden.
Ezra 5:16 (HSV)
Toen kwam deze Sesbazar en legde de fundamenten van het huis van God in Jeruzalem. Van toen af tot nu toe is eraan gebouwd, maar het is nog niet voltooid.
Genesis 5:16 (HSV)
En Mahalaleël leefde, nadat hij Jered verwekt had, achthonderddertig jaar; en hij verwekte zonen en dochters.
Deuteronomium 5:16 (HSV)
Eer uw vader en uw moeder, zoals de HEERE , uw God, u geboden heeft, opdat uw dagen verlengd worden en opdat het u goed gaat in het land dat de HEERE , uw God, u geeft.
2 Korinthe 5:16 (HSV)
Zo kennen wij vanaf nu niemand naar het vlees; en al hebben wij Christus naar het vlees gekend, dan kennen wij Hem nu zo niet meer.
1 Timotheüs 5:16 (HSV)
Als een gelovige man of gelovige vrouw weduwen in de familie heeft, laten zij die bijstaan en laat de gemeente daarmee niet belast worden, opdat die hulp kan geven aan hen die werkelijk weduwen zijn.
1 Johannes 5:16 (HSV)
Als iemand zijn broeder ziet zondigen, een zonde niet tot de dood, dan moet hij tot God bidden, en Hij zal hem het leven geven, namelijk aan hen die niet zondigen tot de dood. Er is een zonde tot de dood; daarvoor zeg ik niet dat hij moet bidden.
2 Samuel 5:16 (HSV)
Elisama, Eljada en Elifelet.
1 Kronieken 5:16 (HSV)
Zij woonden in Gilead, in Basan en in de bijbehorende plaatsen , en op alle weidegronden van Saron, tot aan hun uitlopers toe.
1 Koningen 5:16 (HSV)
nog afgezien van de opzichters die door Salomo aangesteld waren en die over het werk gingen: drieëndertighonderd man die leiding gaven aan het volk dat het werk verrichtte.
2 Koningen 5:16 (HSV)
Maar hij zei: Zo waar de HEERE leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, ik wil het niet aannemen! En hij drong bij hem aan om het aan te nemen, maar hij weigerde het.
Markus 16:5 (HSV)
En toen zij het graf ingegaan waren, zagen zij aan de rechter zijde een jongeman zitten, gekleed in een wit, lang gewaad, en zij waren ontdaan.
Lukas 16:5 (HSV)
En hij riep de schuldenaars van zijn heer één voor één bij zich en zei tegen de eerste: Hoeveel bent u mijn heer schuldig?
Johannes 16:5 (HSV)
En nu ga Ik heen naar Hem Die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat U heen?
Ezechiël 16:5 (HSV)
Geen oog zag naar u om, om een van die dingen uit medelijden bij u te doen. U werd weggeworpen op het open veld uit afschuw voor uw leven op de dag dat u geboren werd.
Mattheüs 16:5 (HSV)
En toen Zijn discipelen aan de overkant gekomen waren, bleek dat zij vergeten hadden broden mee te nemen.
Handelingen 16:5 (HSV)
De gemeenten dan werden bevestigd in het geloof en namen dagelijks in aantal toe.
Romeinen 16:5 (HSV)
Groet ook de gemeente bij hen aan huis. Groet mijn geliefde Epenetus, die de eersteling is voor Christus van Achaje.
Openbaring 16:5 (HSV)
En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, Heere, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt.
Numeri 16:5 (HSV)
En hij sprak tot Korach en tot heel diens aanhang: Morgenochtend zal de HEERE bekendmaken wie van Hem is, en wie de heilige is die Hij in Zijn nabijheid zal laten komen. Wie Hij kiest, zal Hij in Zijn nabijheid laten komen.
Deuteronomium 16:5 (HSV)
U mag het paaslam niet slachten binnen een van uw poorten die de HEERE , uw God, u geeft.
Richteren 16:5 (HSV)
En de stadsvorsten van de Filistijnen kwamen naar haar toe en zeiden tegen haar: Verleid hem en zie waarin zijn grote kracht ligt en waarmee wij hem aankunnen. Dan binden we hem vast om hem te bedwingen. Wij zullen u dan elk elfhonderd zilverstukken geven.
Jozua 16:5 (HSV)
Het gebied van de nakomelingen van Efraïm, naar hun geslachten, is als volgt: de zuid grens van hun erfelijk bezit begint oostelijk van Atroth-Addar en loopt tot aan Hoog-Beth-Horon.
Spreuken 16:5 (HSV)
Al wie hooghartig is, is voor de HEERE een gruwel. Hand op hand: hij zal niet voor onschuldig gehouden worden.