Zoek resultaten voor: Galaten 6:1
Galaten 1:8 (HSV)
Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
Galaten 1:9 (HSV)
Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.
Galaten 1:10 (HSV)
Want ben ik nu bezig mensen te overtuigen, of God? Of probeer ik mensen te behagen? Als ik immers nog mensen behaagde, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn.
Galaten 1:11 (HSV)
Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie dat door mij verkondigd is, niet naar de mens is.
Galaten 1:12 (HSV)
Want ik heb dat ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus.
Galaten 1:13 (HSV)
U hebt immers gehoord van mijn levenswandel, voorheen in het Jodendom, dat ik de gemeente van God uitermate fel vervolgde en die verwoestte;
Galaten 1:14 (HSV)
en dat ik in het Jodendom meer vorderingen maakte dan veel leeftijdgenoten onder mijn volk, omdat ik een nog groter ijveraar was voor de overleveringen van mijn vaderen.
Galaten 1:15 (HSV)
Maar toen het God, Die mij vanaf de buik van mijn moeder heeft afgezonderd en geroepen door Zijn genade, behaagde
Galaten 1:16 (HSV)
Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, ging ik meteen niet te rade bij vlees en bloed,
Galaten 1:17 (HSV)
en ging ik ook niet naar Jeruzalem, naar hen die al vóór mij apostel waren; maar ik vertrok naar Arabië en keerde weer terug naar Damascus.
Galaten 1:18 (HSV)
Daarna, drie jaar later, ging ik naar Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem.
Galaten 1:19 (HSV)
En ik heb niemand anders van de apostelen gezien; alleen Jakobus, de broer van de Heere.
Galaten 1:20 (HSV)
Wat ik u schrijf, zie, ik getuig voor God dat ik niet lieg.
Galaten 1:21 (HSV)
Daarna kwam ik in de streken van Syrië en Cilicië.
Galaten 1:22 (HSV)
En ik was van gezicht onbekend aan de gemeenten van Judea die in Christus zijn.
Galaten 1:23 (HSV)
Maar zij hadden alleen horen zeggen: Hij die ons voorheen vervolgde, verkondigt nu het geloof dat hij voorheen verwoestte.
Galaten 1:24 (HSV)
En zij verheerlijkten God in mij.
Galaten 2:6 (HSV)
Maar wat betreft hen die geacht werden iets te zijn – wat zij voorheen waren, maakt voor mij geen verschil; God ziet de persoon van de mens niet aan – zij dus die in aanzien waren, hebben mij verder niets opgelegd.
Galaten 3:6 (HSV)
Zoals Abraham God geloofde en het hem tot gerechtigheid werd gerekend.
Galaten 4:6 (HSV)
Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!
Galaten 5:6 (HSV)
In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werkzaam is.
1 Kronieken 6:1 (HSV)
De zonen van Levi waren Gerson, Kahath en Merari.
1 Kronieken 6:10 (HSV)
Johanan verwekte Azarja. Hij is het die als priester diende in het huis dat Salomo in Jeruzalem gebouwd had.
1 Kronieken 6:11 (HSV)
Azarja verwekte Amarja en Amarja verwekte Ahitub.
1 Kronieken 6:12 (HSV)
Ahitub verwekte Zadok en Zadok verwekte Sallum.