Zoek resultaten voor: Mattheus 14:26
Mattheüs 14:26 (HSV)
En toen de discipelen Hem over de zee zagen lopen, raakten zij in verwarring en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van angst.
Mattheüs 14:2 (HSV)
en hij zei tegen zijn knechten: Dat is Johannes de Doper; hij is opgewekt uit de doden, en daarom zijn die krachten werkzaam in hem.
Mattheüs 14:20 (HSV)
En zij aten allen en werden verzadigd, en ze raapten het overschot van de stukken brood op, twaalf manden vol.
Mattheüs 14:21 (HSV)
Zij die gegeten hadden, waren ongeveer vijfduizend mannen, de vrouwen en de kinderen niet meegeteld.
Mattheüs 14:22 (HSV)
En meteen dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan en voor Hem uit te varen naar de overkant, terwijl Hij de menigte weg zou sturen.
Mattheüs 14:23 (HSV)
En toen Hij de menigte weggestuurd had, klom Hij de berg op om er in afzondering te bidden. Toen het avond was geworden, was Hij daar alleen.
Mattheüs 14:24 (HSV)
Het schip was al midden op de zee en verkeerde in nood door de golven, want ze hadden de wind tegen.
Mattheüs 14:25 (HSV)
Maar in de vierde nachtwake kwam Jezus naar hen toe, lopend over de zee.
Mattheüs 14:27 (HSV)
Maar meteen sprak Jezus hen aan en zei: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.
Mattheüs 14:28 (HSV)
Petrus antwoordde Hem en zei: Heere, als U het bent, geef mij dan bevel over het water naar U toe te komen.
Mattheüs 14:29 (HSV)
Hij zei: Kom! En Petrus klom uit het schip en liep op het water om bij Jezus te komen.
Mattheüs 14:1 (HSV)
In die tijd hoorde Herodes, de viervorst, het gerucht over Jezus,
Mattheüs 14:3 (HSV)
Herodes had Johannes immers gevangengenomen, hem geboeid en in de gevangenis gezet, vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus,
Mattheüs 14:4 (HSV)
want Johannes had tegen hem gezegd: Het is u niet geoorloofd haar te hebben.
Mattheüs 14:5 (HSV)
En hij wilde hem doden, maar hij was bevreesd voor de menigte, omdat zij hem voor een profeet hielden.
Mattheüs 14:6 (HSV)
Maar toen de verjaardag van Herodes gevierd werd, danste de dochter van Herodias in hun midden, en zij behaagde Herodes.
Mattheüs 14:7 (HSV)
Daarom beloofde hij haar met een eed dat hij haar zou geven wat zij ook maar vragen zou.
Mattheüs 14:8 (HSV)
En daartoe opgestookt door haar moeder, zei ze: Geef mij hier op een schotel het hoofd van Johannes de Doper.
Mattheüs 14:9 (HSV)
En de koning werd bedroefd, maar omwille van de eden en om hen die met hem aanlagen, gaf hij bevel dat het haar gegeven zou worden;
Mattheüs 14:10 (HSV)
en hij stuurde iemand en liet Johannes in de gevangenis onthoofden.
Mattheüs 14:11 (HSV)
En zijn hoofd werd op een schotel gebracht en aan het meisje gegeven, en zij bracht het bij haar moeder.
Mattheüs 14:12 (HSV)
En zijn discipelen kwamen, namen het lichaam weg en begroeven het; zij gingen heen en berichtten het Jezus.
Mattheüs 14:13 (HSV)
En toen Jezus dit hoorde, vertrok Hij vandaar met een schip naar een eenzame plaats, alleen; en de menigte, die dat hoorde, volgde Hem te voet vanuit de steden.
Mattheüs 14:14 (HSV)
En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte, en Hij was innerlijk met ontferming bewogen over hen en genas hun zieken.
Mattheüs 14:15 (HSV)
Toen het avond werd, kwamen Zijn discipelen naar Hem toe en zeiden: Deze plaats is eenzaam en de tijd is nu verstreken; stuur de menigte weg, zodat zij naar de dorpen kunnen gaan om voor zichzelf voedsel te kopen.