Zoek resultaten voor: Mattheus 10:28

Mattheüs 10:28 (HSV)

En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel.

Mattheüs 28:19 (HSV)

Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.

Mattheüs 28:20 (HSV)

En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.

Mattheüs 28:1 (HSV)

Laat na de sabbat, toen het licht begon te worden op de eerste dag van de week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria om naar het graf te kijken.

Mattheüs 28:2 (HSV)

En zie, er vond een grote aardbeving plaats, want een engel van de Heere, die uit de hemel neerdaalde, ging erheen, rolde de steen van de opening weg en ging erop zitten.

Mattheüs 28:3 (HSV)

Zijn gedaante was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw.

Mattheüs 28:4 (HSV)

De bewakers beefden van angst voor hem en werden als doden.

Mattheüs 28:5 (HSV)

Maar de engel antwoordde en zei tegen de vrouwen: U hoeft niet bevreesd te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd was.

Mattheüs 28:6 (HSV)

Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft.

Mattheüs 28:7 (HSV)

En ga haastig heen en zeg tegen Zijn discipelen dat Hij opgewekt is uit de doden; en zie, Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd.

Mattheüs 28:8 (HSV)

En zij gingen haastig van het graf weg, met vrees en grote blijdschap, en zij snelden weg om het Zijn discipelen te berichten.

Mattheüs 28:9 (HSV)

Toen zij weggingen om het aan Zijn discipelen bekend te maken, zie, Jezus kwam hun tegemoet en zei: Wees gegroet! Zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn voeten en aanbaden Hem.

Mattheüs 28:10 (HSV)

Toen zei Jezus tegen hen: Wees niet bevreesd; ga heen, bericht Mijn broeders dat zij naar Galilea moeten gaan, en daar zullen zij Mij zien.

Mattheüs 28:11 (HSV)

Terwijl zij onderweg waren, zie, enigen van de wacht kwamen in de stad en berichtten de overpriesters alles wat er gebeurd was.

Mattheüs 28:12 (HSV)

En zij kwamen bijeen met de oudsten, en zij kwamen gezamenlijk tot het besluit om de soldaten veel geld te geven,

Mattheüs 28:13 (HSV)

en zij zeiden: Zeg: Zijn discipelen zijn 's nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen.

Mattheüs 28:14 (HSV)

En als de stadhouder hiervan hoort, zullen wij hem overtuigen en maken dat u zonder zorgen bent.

Mattheüs 28:15 (HSV)

Toen zij het geld in ontvangst genomen hadden, deden zij zoals hun was voorgehouden. En dit woord is verbreid onder de Joden tot op de huidige dag.

Mattheüs 28:16 (HSV)

En de elf discipelen zijn naar Galilea gegaan, naar de berg waar Jezus hen ontboden had.

Mattheüs 28:17 (HSV)

En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden.

Mattheüs 28:18 (HSV)

En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

Mattheüs 10:2 (HSV)

De namen nu van de twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon die Petrus genoemd werd, en Andreas, zijn broer; Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer;

Mattheüs 10:20 (HSV)

Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.

Mattheüs 10:21 (HSV)

De ene broer zal de andere broer overleveren om gedood te worden, en de vader het kind, en de kinderen zullen tegen de ouders opstaan en hen doden.

Mattheüs 10:22 (HSV)

En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.