Zefanja 1:2-6
Zefanja 1:2-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ik zal ganselijk alles wegrapen uit dit land, spreekt de HEERE. Ik zal wegrapen mensen en beesten; Ik zal wegrapen de vogelen des hemels, en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uit dit land uitroeien, spreekt de HEERE. En Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen Juda, en tegen alle inwoners van Jeruzalem; en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baäl, en den naam der Chemarim met de priesters; En die zich nederbuigen op de daken voor het heir des hemels, en die zich nederbuigende zweren bij den HEERE, en zweren bij Malcham; En die terugkeren van achter den HEERE; en die den HEERE niet zoeken, en vragen naar Hem niet.
Zefanja 1:2-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik zal alles volkomen wegvagen van de aardbodem, spreekt de HEERE. Ik zal mens en dier wegvagen, Ik zal de vogels in de lucht en de vissen in de zee wegvagen en de struikelblokken, samen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uitroeien van de aardbodem, spreekt de HEERE. Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem. Ik zal van deze plaats uitroeien het overblijfsel van de Baäl, de naam van de afgodspriesters, met de priesters, en hen die zich neerbuigen op de daken voor het leger aan de hemel, en hen die zich neerbuigen en zweren bij de HEERE én zweren bij Malcam, en die zich van de HEERE afkeren, bij Hem vandaan, en die de HEERE niet hebben gezocht en niet naar Hem hebben gevraagd.
Zefanja 1:2-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des HEREN. Ik zal wegvagen mens en dier, Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem uitroeien, luidt het woord des HEREN. Ik zal mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem, en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baäl en de naam der afgodsdienaren met de priesters, en hen die op de daken zich nederbuigen voor het heer des hemels, en die zich nederbuigen en zweren bij de HERE en zweren bij hun Moloch; ook hen die van de HERE afvallen, en die de HERE niet zoeken noch naar Hem vragen.
Zefanja 1:2-6 Het Boek (HTB)
‘Ik zal alles volkomen van de aardbodem wegvagen,’ zegt de HERE. ‘Mens en dier zullen verdwijnen, vogels en vissen zullen sterven. Ook de goddelozen en alle afgodsbeelden die zij aanbidden, zal Ik uitroeien,’ zegt de HERE. ‘Ik zal Juda en Jeruzalem onder mijn vuist verbrijzelen en de Baälvereerders tot de laatste man uitroeien. Ik zal alle afgodendienaars en hun priesters om het leven brengen, zodat zelfs de herinnering aan hen zal vergaan.’ Ook hen die op hun platte daken klimmen en zich daar buigen voor de zon, de maan en de sterren. En ook hen zal ik vernietigen die zogenaamd de HERE volgen, maar tegelijkertijd Moloch vereren! En allen die vroeger de HERE vereerden, maar er nu niet meer van willen weten, en zij die Hem nooit hebben aanbeden en het ook niet wilden, zullen hetzelfde lot ondergaan.
Zefanja 1:2-6 BasisBijbel (BB)
De Heer zegt: "Ik zal alles uit dit land wegvegen. Mensen en dieren, vogels en vissen, de godenbeelden en de mensen die die beelden aanbidden. Ja, Ik zal alle mensen uit dit land wegdoen, zegt de Heer. Ik zal de bewoners van Juda en van Jeruzalem straffen. Alle godenbeelden voor Baäl, alle mensen die die beelden aanbidden en al hun priesters zal Ik doden. Ook de mensen die op de daken van hun huizen de zon, de maan en de sterren aanbidden. En de mensen die zweren bij Mij, maar ook bij de afgod Moloch. Ik straf al die mensen die Mij niet willen dienen, niet tot Mij willen bidden en niet naar Mij verlangen."