Zegent hen, die u vervolgen; zegent en vervloekt niet.
Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet.
Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet.
Wens de mensen die u vervolgen alle goeds toe. U moet hun niets kwaads toewensen.
Zegen de mensen door wie jullie worden vervolgd, en vervloek hen niet.
YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's