Romeinen 1:8-12
Romeinen 1:8-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Eerstelijk dank ik mijn God door Jezus Christus over u allen, dat uw geloof verkondigd wordt in de gehele wereld. Want God is mijn Getuige, Welken ik diene in mijn geest, in het Evangelie Zijns Zoons, hoe ik zonder nalaten uwer gedenke; Allen tijd in mijn gebeden biddende, of mogelijk mij nog te eniger tijd goede gelegenheid gegeven werd, door den wil van God, om tot ulieden te komen. Want ik verlang om u te zien, opdat ik u enige geestelijke gave mocht mededelen, ten einde gij versterkt zoudt worden; Dat is, om mede vertroost te worden onder u, door het onderlinge geloof, zo het uwe als het mijne.
Romeinen 1:8-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Allereerst nu dank ik mijn God door Jezus Christus voor u allen, omdat uw geloof in de hele wereld wordt verkondigd. Want God, Die ik in mijn geest dien in het Evangelie van Zijn Zoon, is mijn Getuige, hoe ik zonder ophouden aan u denk. Steeds weer vraag ik in mijn gebeden of mij, zo mogelijk, door de wil van God eens een goede gelegenheid geboden zal worden om naar u toe te komen. Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij.
Romeinen 1:8-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
In de eerste plaats dank ik mijn God door Jezus Christus over u allen, omdat in de gehele wereld van uw geloof gesproken wordt. Want God, die ik met mijn geest dien in het evangelie van zijn Zoon, is mijn getuige, hoe ik onophoudelijk te allen tijde bij mijn gebeden uwer gedenk, biddende, of mij eindelijk door de wil van God eens een weg gebaand moge worden om tot u te komen. Want ik verlang u te zien om u enige geestelijke gave mede te delen tot uw versterking, dat is te zeggen: onder u mede bemoedigd te worden door elkanders geloof, van u zowel als van mij.
Romeinen 1:8-12 Het Boek (HTB)
Om te beginnen dank ik God door Jezus Christus voor u allemaal. Want het nieuws dat u in Christus gelooft, gaat over de hele wereld. God weet dat ik voortdurend voor u bid. Ik dien Hem met hart en ziel en vertel de mensen het goede nieuws over zijn Zoon. Telkens wanneer ik bid, vraag ik God of ik, als Hij het goed vindt, een veilige reis naar Rome mag maken om u te bezoeken. Ik verlang ernaar u te zien. Ik wil u zo graag iets geestelijks geven, iets waardoor u versterkt wordt. Of kan ik het beter zo zeggen: ik wil graag dat u en ik door elkaars geloof bemoedigd zullen worden.
Romeinen 1:8-12 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
In de eerste plaats dank ik mijn God door Jezus Christus voor jullie allemaal. Want overal wordt over jullie geloof gesproken. God weet dat ik altijd voor jullie bid. (En ik dien Hem met hart en ziel, door de mensen het goede nieuws van zijn Zoon te vertellen.) Dan bid ik ook dat God ervoor zal zorgen dat ik eindelijk naar jullie toe kan komen. Want ik wil jullie erg graag zien en jullie geloof verder opbouwen. Dan kunnen we elkaar bemoedigen door ons geloof: ik zal bemoedigd worden door jullie geloof, en jullie zullen bemoedigd worden door mijn geloof.