Psalmen 85:1-14
Psalmen 85:1-14 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. Gij zijt Uw lande gunstig geweest, HEERE! de gevangenis van Jakob hebt Gij gewend. De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen; Gij hebt al hun zonden bedekt. Sela. Gij hebt weggenomen al Uw verbolgenheid; Gij hebt U gewend van de hittigheid Uws toorns. Breng ons weder, o God onzes heils! en doe te niet Uw toornigheid over ons. Zult Gij eeuwiglijk tegen ons toornen? Zult Gij Uw toorn uitstrekken van geslacht tot geslacht? Zult Gij ons niet weder levend maken, opdat Uw volk zich in U verblijde? Toon ons Uw goedertierenheid, o HEERE, en geef ons Uw heil. Ik zal horen, wat God, de HEERE, spreken zal; want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken; maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren. Zekerlijk, Zijn heil is nabij degenen, die Hem vrezen, opdat in ons land eer wone. De goedertierenheid en waarheid zullen elkander ontmoeten; de gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen. De waarheid zal uit de aarde spruiten, en gerechtigheid zal van den hemel nederzien. Ook zal de HEERE het goede geven; en ons land zal zijn vrucht geven. De gerechtigheid zal voor Zijn aangezicht henengaan, en Hij zal ze zetten op den weg Zijner voetstappen.
Psalmen 85:1-14 Herziene Statenvertaling (HSV)
U bent Uw land goedgezind geweest, HEERE, U bracht een omkeer in de gevangenschap van Jakob. De ongerechtigheid van Uw volk hebt U weggenomen, U hebt al hun zonden bedekt. Sela U hebt al Uw verbolgenheid weggenomen, U hebt Zich van Uw brandende toorn afgewend. Breng ons terug, o God van ons heil, doe Uw toorn over ons teniet. Zult U voor eeuwig toornig op ons zijn, Uw toorn laten duren van generatie op generatie? Zou Ú ons niet weer levend maken, zodat Uw volk zich in U verblijdt? Toon ons Uw goedertierenheid, HEERE, geef ons Uw heil. Ik zal horen, wat God, de HEERE, spreken zal, want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstelingen van vrede spreken; maar laten zij niet tot dwaasheid terugkeren. Ja, Zijn heil is nabij hen die Hem vrezen, zodat er eer in ons land woont. Goedertierenheid en trouw ontmoeten elkaar, gerechtigheid en vrede kussen elkaar. Trouw komt op uit de aarde, gerechtigheid ziet uit de hemel neer. Ook geeft de HEERE het goede, en geeft ons land zijn opbrengst. Gerechtigheid gaat voor Zijn aangezicht uit, Hij zet haar langs de weg waar Zijn voetstappen staan.
Psalmen 85:1-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Gij zijt uw land goedgunstig geweest, o HERE, in het lot van Jakob hebt Gij een keer gebracht; Gij hebt de ongerechtigheid van uw volk vergeven, al hun zonden bedekt. sela Gij hebt weggedaan al uw verbolgenheid, U afgewend van uw brandende toorn. Herstel ons, o God van ons heil, doe teniet uw afkeer van ons! Zult Gij voor altoos tegen ons toornen, uw toorn uitstrekken van geslacht tot geslacht? Zult Gij ons niet doen herleven, opdat uw volk zich in U verheuge? O HERE, toon ons uw goedertierenheid, en schenk ons uw heil! Ik wil horen wat God, de HERE, spreekt; want Hij zal van vrede spreken tot zijn volk en tot zijn gunstgenoten; maar laten zij niet terugkeren tot dwaasheid. Waarlijk, zijn heil is nabij hen die Hem vrezen, zodat heerlijkheid in ons land woont. Goedertierenheid en trouw ontmoeten elkander, gerechtigheid en vrede kussen elkaar, trouw spruit voort uit de aarde, en gerechtigheid ziet neder van de hemel. Ook zal de HERE het goede geven, en ons land zal zijn gewas voortbrengen; gerechtigheid zal voor Hem uitgaan en zijn schreden richten op de weg.
Psalmen 85:1-14 Het Boek (HTB)
U bent altijd goed geweest voor uw land, HERE. U hebt het volk van Jakob uit de ellende gered. U hebt de zonden van het volk vergeven en bedekt. U hebt uw verontwaardiging laten varen en U afgekeerd van uw grote toorn. Bevrijd ons nu weer, o God, U bent onze verlosser. Laat uw weerzin tegen ons varen. Blijft U altijd tegen ons? Geldt uw toorn ook voor alle komende geslachten? Wilt U ons volk weer tot leven brengen, zodat alle mensen over U kunnen juichen? Och HERE, laat uw goedheid en trouw toch zien, verlos ons. Ik wil luisteren naar wat de HERE God zegt. Hij spreekt over vrede tot de Israëlieten en tot allen die bij hen horen. Maar zijn oordeel wacht hun, als zij zich weer van Hem afkeren. Het is werkelijk waar dat Hij mensen bevrijdt die ontzag voor Hem hebben. Waar zij wonen, heerst vrede en geluk. Daar komt men goedheid, liefde en trouw tegen. Er heerst vrede omdat er rechtvaardig wordt geregeerd. Uit de aarde komt trouw voort en vanuit de hemel komt de rechtvaardigheid. De HERE geeft altijd het goede en op onze akkers groeien de gewassen overvloedig. De rechtvaardigheid gaat voor God uit. Die bepaalt zijn weg.
Psalmen 85:1-14 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Voor de leider van het koor. Een lied voor de Korachieten. U bent goed geweest voor uw land, Heer. U heeft de gevangenen uit Babel terug laten gaan. U heeft uw volk vergeven dat het U ongehoorzaam was. U denkt er niet meer aan. U bent niet langer boos. Uw woede is voorbij. Red ons alstublieft, God. Wees niet langer boos op ons. Wilt U dan voor altijd boos op ons blijven? Houdt uw woede dan nooit meer op? Wilt U ons dan niet redden, zodat uw volk weer blij zal zijn? Laat ons alstublieft zien, Heer, dat U goed en liefdevol bent! Red ons alstublieft! Ik wil luisteren naar wat de Heer God zegt. Want Hij spreekt van vrede voor zijn volk en zijn vrienden als ze zich niet langer als dwazen gedragen. Hij redt de mensen die ontzag voor Hem hebben. Zo is zijn macht te zien in ons land. Liefde en trouw komen samen. Rechtvaardigheid en vrede omhelzen elkaar. Trouw groeit op uit de aarde. Rechtvaardigheid daalt uit de hemel neer als regen. Ja, de Heer zal goed voor ons zijn. Het land zal grote oogsten geven. Rechtvaardigheid zal voor Hem uit gaan op de weg waarlangs Hij gaat.