Psalmen 8:1-9
Psalmen 8:1-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Gitthith. O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Gij, die Uw majesteit gesteld hebt boven de hemelen. Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenpartijen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden. Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt; Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt? En hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond? Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet; Schapen en ossen, alle die; ook mede de dieren des velds. Het gevogelte des hemels, en de vissen der zee; hetgeen de paden der zeeën doorwandelt.
Psalmen 8:1-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde! U Die Uw majesteit getoond hebt boven de hemel. Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt U een sterk fundament gelegd, omwille van Uw tegenstanders, om de vijand en wraakzuchtige te laten ophouden. Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en de mensenzoon, dat U naar hem omziet? Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond. U doet hem heersen over de werken van Uw handen, U hebt alles onder zijn voeten gelegd: schapen en runderen, die allemaal, en ook de dieren van het veld, de vogels in de lucht en de vissen in de zee, al wat over de paden van de zeeën gaat.
Psalmen 8:1-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de hemel. Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen. Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt: wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: schapen en runderen altegader en ook de dieren des velds, de vogelen des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeën doorkruist.
Psalmen 8:1-9 Het Boek (HTB)
HERE, onze God, de majesteit en glorie van uw naam vullen de gehele aarde en de hemelen vloeien ervan over. U hebt de kleine kinderen geleerd U volmaakt te prijzen. Hun voorbeeld zal uw vijanden en hen die op wraak zinnen, beschaamd doen staan en tot zwijgen brengen! Als ik ʼs nachts omhoog kijk naar de hemel en het werk van uw handen zie, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, wat is dan de mens, dat U zoveel om hem geeft? Wat is een mensenkind dat U Zich om hem bekommert? En U hebt hem een plaats vlak onder Uzelf gegeven, U hebt hem gekroond met heerlijkheid en eer. U hebt hem zelfs het beheer gegeven over alles wat U hebt gemaakt, alles staat onder zijn gezag: alle schapen en runderen en andere dieren in het veld, de vogels in de lucht en de vissen en andere wezens in de zee.
Psalmen 8:1-9 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Voor de leider van het koor. Op de manier van de 'gittit'. Een lied van David. Heer, onze Heer, de hele aarde laat zien hoe geweldig U bent! Aan de sterrenhemel is te zien hoe geweldig U bent. Kleine kinderen en baby's weten hoe ze U moeten prijzen. Zo legt U uw vijanden het zwijgen op, U snoert hun daarmee de mond. Als ik zie hoe mooi de sterrenhemel is, als ik kijk hoe prachtig U de maan en de sterren heeft gemaakt, dan vraag ik mij af: "Hoe kan het dat U aan de mens denkt? Hoe kan het dat U Zich met hem bezighoudt?" U heeft hem een iets lagere plaats gegeven dan de engelen. Maar U heeft hem ook grote eer en macht gegeven. Hij mag van U heersen over alles wat U heeft gemaakt. U laat hem over alles heersen: de schapen en koeien, de wilde dieren, de vogels in de lucht, de vissen in de zee en alle andere dieren die daar leven.