Psalmen 126:1-6
Psalmen 126:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen de HERE de gevangenen van Sion deed wederkeren, waren wij als degenen die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, onze tong met gejuich. Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan! De HERE heeft grote dingen bij ons gedaan, wij waren verheugd. HERE, wend ons lot als beken in het Zuiderland. Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Hij gaat al wenende voort, die de zaadbuidel draagt; voorzeker zal hij komen met gejuich, dragende zijn schoven.
Psalmen 126:1-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een lied Hammaäloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan. De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd. O HEERE! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden. Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.
Psalmen 126:1-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren, waren wij als mensen die droomden. Toen werd onze mond vervuld met lachen en onze tong met gejuich. Toen zei men onder de heidenvolken: De HEERE heeft grote dingen bij hen gedaan! De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan, daarom zijn wij verblijd. HEERE, breng een omkeer in onze gevangenschap, zoals waterstromen in het zuiden. Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Wie het zaad draagt en dat zaait, gaat al wenend zijn weg; maar hij zal zeker terugkomen met gejuich, en zijn schoven dragen.
Psalmen 126:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen de HERE de gevangenen van Sion deed wederkeren, waren wij als degenen die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, onze tong met gejuich. Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan! De HERE heeft grote dingen bij ons gedaan, wij waren verheugd. HERE, wend ons lot als beken in het Zuiderland. Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Hij gaat al wenende voort, die de zaadbuidel draagt; voorzeker zal hij komen met gejuich, dragende zijn schoven.
Psalmen 126:1-6 Het Boek (HTB)
Als de HERE de ballingen laat terugkomen in Jeruzalem, zal het net zijn of wij dromen. Dan breken wij uit in gejuich en iedereen lacht van blijdschap. Dan zullen zelfs de ongelovige volken rondom ons zeggen dat de HERE wonderen bij ons doet. De HERE heeft inderdaad grote wonderen onder ons gedaan. Wat waren wij blij! HERE, wilt U een ommekeer geven in onze situatie? Wie met verdriet in het hart huilend hun akkers inzaaien, ervaren tegen de oogsttijd vaak grote vreugde. Ook al huilt iemand terwijl hij op pad is om te zaaien, zeker is dat hij blij lachend de rijke schoven zal wegdragen.
Psalmen 126:1-6 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Een pelgrimslied. Het leek wel een droom, toen wij die gevangen waren meegenomen, weer naar Jeruzalem terug konden gaan. We lachten en we juichten. De andere volken zeiden: "De Heer heeft iets geweldigs bij hen gedaan!" Ja, de Heer heeft iets geweldigs bij ons gedaan. We zijn er zó blij over! Heer, breng verandering in ons lot, zoals de droogstaande beken in de woestijn weer gevuld worden door de regen. Ook al huil je terwijl je zaait, je zal juichen terwijl je maait. De zaaier loopt huilend te zaaien omdat hij dat graan niet zal kunnen eten. Maar als hij zijn oogst binnenhaalt, loopt hij te juichen met zijn armen vol graan.