Spreuken 31:10-20
Spreuken 31:10-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Aleph. Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is verre boven de robijnen. Beth. Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken. Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens. Daleth. Zij zoekt wol en vlas, en werkt met lust harer handen. He. Zij is als de schepen eens koopmans; zij doet haar brood van verre komen. Vau. En zij staat op, als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het bescheiden deel. Zain. Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard. Cheth. Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt haar armen. Teth. Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit. Jod. Zij steekt haar handen uit naar de spil, en haar handpalmen vatten den spinrok. Caph. Zij breidt haar handpalm uit tot den ellendige; en zij steekt haar handen uit tot den nooddruftige.
Spreuken 31:10-20 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? aleph Haar waarde gaat die van robijnen ver te boven. Op haar vertrouwt het hart van haar echtgenoot, beth en bezit zal hem niet ontbreken. Zij doet hem goed en geen kwaad, gimel al de dagen van haar leven. Zij zoekt wol en vlas daleth en werkt volgens de wens van haar handen. Zij is als schepen van een koopman, he zij laat haar voedsel van verre komen. Zij staat op als het nog nacht is, waw en geeft haar huisgezin voedsel, haar dienstmeisjes het hun toegewezen deel. Zij zet haar zinnen op een akker, en verwerft die, zain van de vrucht van haar handen plant zij een wijngaard. Zij omgordt haar heupen met kracht, cheth zij maakt haar armen sterk. Zij merkt dat het met haar zaken goed gaat, teth haar lamp dooft 's nachts niet. Zij steekt haar handen uit naar het spinnewiel jod en haar handen houden een weefspoel vast. Zij opent haar hand voor de ellendige, kaph zij spreidt haar handen uit naar de arme.
Spreuken 31:10-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? haar waarde gaat koralen ver te boven. Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel. Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. Zij omgordt haar lendenen met kracht en versterkt haar armen. Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, des nachts gaat haar lamp niet uit. Zij grijpt met haar handen het spinrokken en haar handen houden de weefspoel. Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige.
Spreuken 31:10-20 Het Boek (HTB)
Wie is zo gelukkig een goede vrouw te vinden? Zij is immers veel meer waard dan de duurste edelstenen? Haar man vertrouwt volledig op haar en het zal hem aan niets ontbreken. Zij benadeelt hem nooit, doet haar hele leven goed. Ze zoekt wol en vlas, die ze met rappe handen verwerkt. Zoals een koopman zijn handelsschepen uitzendt, zorgt zij dat zij over al het nodige beschikt, ook al moet dat van ver komen. In de vroege morgen, wanneer het nog donker is, staat zij op en zorgt dat haar gezin en het personeel kunnen eten. Als zij haar zinnen heeft gezet op een bepaalde akker, krijgt zij hem ook, met wat zij verdient plant ze een wijngaard. Vlijtig gaat zij aan het werk, zij is met opgestroopte mouwen aan de slag. Zij merkt dat haar werk vruchten afwerpt en het is dan ook vaak nacht voordat zij gaat slapen. Snel schieten haar handen over haar spinnewiel, vaardig schikken zij het vlas. Ze staat altijd klaar om een noodlijdende te helpen, iedereen kan op haar hulp rekenen.
Spreuken 31:10-20 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Wie lukt het om een goede vrouw te vinden? Een goede vrouw is veel meer waard dan edelstenen. Haar man vertrouwt helemaal op haar. Dankzij haar zal hij nergens gebrek aan hebben. Ze doet hem goed, en geen kwaad, haar hele leven lang. Ze is bezig met wol en vlas, en spint en weeft met vlijtige handen. Ze gaat er ver op uit om eten te halen, zoals de schepen van een koopman. Ze staat vroeg op, als het nog donker is. Ze zorgt dat iedereen te eten heeft, ook haar slavinnen krijgen wat ze nodig hebben. Als er een akker is die ze graag wil hebben, dan koopt ze die met het geld dat ze zelf heeft verdiend, en plant er een wijngaard op. Ze pakt het werk stevig aan en is onvermoeibaar. Ze zorgt ervoor dat alles goed gaat. Ze werkt zelfs 's nachts. Haar handen zijn altijd bezig. Ze spint wol en weeft. Ze is gul voor arme mensen en helpt mensen in nood.