Filippenzen 2:19-30

Filippenzen 2:19-30 Het Boek (HTB)

Als de Here Jezus het wil, zal ik binnenkort Timotheüs naar u toe sturen, zodat hij mij, als hij daarna bij mij terugkomt, kan bemoedigen door te vertellen hoe het met u gaat. Er is niemand die zo met mij meevoelt als Timotheüs, niemand wie uw wel en wee zo ter harte gaat. Alle anderen schijnen alleen maar aan hun eigen zaken te denken en niet aan die van Jezus Christus. Maar u weet hoe waardevol Timotheüs is, hij heeft mij als een eigen zoon geholpen het goede nieuws bekend te maken. Zodra ik weet wat mij hier te wachten staat, zal ik hem naar u toe sturen. Maar ik vertrouw erop dat de Here mij binnenkort de kans zal geven zelf ook naar u toe te komen. Al met al leek het mij het beste Epafroditus naar u terug te sturen. Ik vond het heel fijn dat hij namens u bij mij kwam om mij in mijn nood bij te staan. Hij en ik zijn echte broeders geworden, wij hebben zij aan zij gewerkt en gestreden. Nu stuur ik hem weer naar huis, want hij verlangt erg naar u allen, hij maakt zich ongerust omdat u hebt gehoord dat hij ziek was. Hij is inderdaad erg ziek geweest. Het scheelde niet veel of hij was gestorven. Maar God heeft hem gespaard en mij daarmee een groot verdriet bespaard. Ook daarom heb ik hem opgedragen zo snel mogelijk naar u toe te gaan, want ik weet hoe blij u zult zijn als u hem weer ziet en ik zal niet langer in zorgen zitten. Verwelkom hem dus met grote blijdschap, zoals u het de Here zou doen. Mensen als hij moet u in ere houden, want hij heeft voor het werk van Christus de dood voor ogen gezien. Hij heeft zijn leven op het spel gezet om mij de hulp te bieden die u niet kon geven.

Filippenzen 2:19-30 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

Ik wil Timoteüs zo gauw mogelijk naar jullie toe sturen. Ik vertrouw er op dat de Heer Jezus er snel voor zal zorgen dat dat kan. Want ik wil graag van hem horen hoe het met jullie gaat. Dan zal ik weer vol goede moed zijn. Want hij wil net zo graag als ik jullie met alles helpen. Daarin is hij de enige. Want de meeste mensen denken alleen maar aan hun eigen zaken. Ze denken niet aan die van Jezus Christus. Maar Timoteüs heeft samen met mij hard gewerkt om het goede nieuws bekend te maken. Dat weten jullie. Hij is mij daarin zo trouw als een zoon die zijn vader helpt. Zodra ik weet hoe het met mijn rechtszaak gaat, wil ik hem naar jullie toe sturen. Maar ik hoop dat ik ook zelf gauw naar jullie toe kan komen. Ik vertrouw er op dat de Heer daarvoor zal zorgen. Het leek mij goed om mijn broeder, medewerker en medestrijder Epafroditus naar jullie terug te sturen. Jullie hadden hem hierheen gestuurd, om mij te komen helpen en voor mij te zorgen. Maar nu wilde hij erg graag weer naar jullie terug gaan. Ook omdat hij bezorgd over jullie was. Want hij wist dat jullie hadden gehoord dat hij heel erg ziek is geweest. Hij is inderdaad op de rand van de dood geweest. Maar God is goed voor hem geweest. Ook voor mij, want nu hoef ik niet opnieuw verdrietig te zijn. Want ik heb al veel verdriet gehad. Ik heb hem dus naar jullie terug gestuurd. Dan kunnen jullie blij zijn als jullie hem terugzien. Dan hoef ik niet meer bezorgd over jullie te zijn. Ontvang hem in de Heer met blijdschap. Heb respect voor mannen zoals hij. Want het was door zijn werk voor Christus dat hij zo dicht bij de dood is geweest. Hij heeft zijn leven gewaagd om voor mij te kunnen doen wat jullie niet voor mij konden doen omdat jullie te ver weg waren.