Numeri 25:1-3
Numeri 25:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Israël verbleef te Sittim, en het volk begon te hoereren met de dochteren der Moabieten. En zij nodigden het volk tot de slachtofferen harer goden; en het volk at, en boog zich voor haar goden. Als nu Israël zich koppelde aan Baäl-Peor, ontstak de toorn des HEEREN tegen Israël.
Numeri 25:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
Israël verbleef in Sittim, en het volk begon hoererij te bedrijven met de dochters van Moab. Die nodigden het volk uit bij de offers aan hun goden, en het volk at en boog zich voor hun goden neer. Toen Israël zich zo aan Baäl-Peor koppelde, ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël.
Numeri 25:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Terwijl Israël in Sittim verbleef, begon het volk ontucht te plegen met de dochters van Moab. Dezen nodigden het volk tot de slachtoffers van haar goden en het volk at daarvan en boog zich neer voor haar goden. Toen Israël zich aan Baäl-Peor gekoppeld had, ontbrandde de toorn des HEREN tegen Israël
Numeri 25:1-3 Het Boek (HTB)
Terwijl Israël in Sittim verbleef, pleegden velen van het volk ontucht met de Moabitische meisjes. De meisjes nodigden de Israëlieten uit bij de offerceremonies voor hun afgoden. Zij aten van de offers en bogen zich neer voor de Moabitische afgoden. Na korte tijd deed het hele volk mee aan de verering van Baäl-Peor, de afgod van de Moabieten. Toen werd de HERE toornig op zijn volk.
Numeri 25:1-3 BasisBijbel (BB)
Toen Israël in Sittim woonde, liepen de mannen achter de vrouwen en meisjes van Moab aan. Deze vrouwen haalden de mannen van Israël over om mee te doen met de offerfeesten voor hun goden. Zo gingen ook zij die goden aanbidden. Ze deden mee met het aanbidden van Baäl-Peor. Daarom werd de Heer woedend op het volk Israël.