Numeri 18:20-32

Numeri 18:20-32 BasisBijbel (BB)

En de Heer zei tegen Aäron: "De priesters zullen in het land geen eigen gebied krijgen. In plaats daarvan hebben ze Mij. Ook de andere Levieten krijgen geen eigen gebied. Ik geef hun alle tienden van Israël. Die zijn voor hen. Dat is hun loon voor het werk dat ze bij de tent van ontmoeting doen. Want de Israëlieten mogen niet meer bij de tent van ontmoeting komen. Doen ze dat toch, dan zijn ze Mij ongehoorzaam en zullen ze sterven. Maar de Levieten moeten dienen bij de tent van ontmoeting. Zij zijn er verantwoordelijk voor en ze zullen zelf verantwoordelijk zijn voor wat ze daarbij verkeerd doen. Dit is een eeuwige wet voor jou en je familie ná jou. Jullie krijgen geen eigen gebied bij de Israëlieten. In plaats daarvan krijgen de Levieten alle tienden die de Israëlieten als beweeg-offer aan Mij geven. Daarom heb Ik gezegd dat de Levieten geen eigen gebied krijgen, zoals de andere Israëlieten." De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Levieten: In plaats van een eigen gebied krijgen jullie van de Israëlieten de tienden. Daarvan moeten jullie weer een tiende deel als beweeg-offer aan Mij geven. Zoals de andere Israëlieten een tiende deel van hun oogst van graan of wijn aan Mij geven, zo geven jullie aan Mij een tiende deel van de tienden die jullie krijgen. Dat is júllie beweeg-offer aan Mij. Dat deel moeten jullie aan de priester Aäron geven. Maar eerst moeten jullie het naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Daarna geven jullie het aan Aäron. Van alles wat jullie krijgen, moeten jullie een heel tiende deel van het beste deel aan Mij geven. Zeg dus tegen de Levieten: 'De Israëlieten geven een tiende deel van het beste van hun oogst van graan of wijn als beweeg-offer aan de Heer. Daarna is het voor jullie. En jullie geven weer een tiende deel van het beste daarvan als beweeg-offer aan de Heer. Daarna is dat voor Aäron. De rest mogen jullie met je hele gezin eten, waar je wil. Het is jullie loon voor het werk dat jullie in het heiligdom doen. Jullie mogen daarbij niet het beste deel zelf houden, maar jullie moeten het beste deel ervan aan de Heer geven. Want jullie moeten ontzag hebben voor de offers die de Israëlieten brengen. Anders zullen jullie sterven.' "

Numeri 18:20-32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

En de HERE zeide tot Aäron: In hun land zult gij geen erfdeel hebben en een stuk land zal u onder hen niet ten deel vallen; Ik ben uw deel en uw erfdeel onder de Israëlieten. Wat nu de Levieten betreft, zie, Ik geef hun alle tienden in Israël als erfdeel, een vergoeding voor de dienst die zij verrichten, de dienst van de tent der samenkomst. De Israëlieten namelijk zullen niet meer tot de tent der samenkomst naderen, zodat zij zonde op zich laden en sterven; de Levieten echter zullen de dienst van de tent der samenkomst verrichten en zij zullen hun ongerechtigheid dragen, een altoosdurende inzetting voor uw nageslacht, en in het midden der Israëlieten zullen zij geen erfdeel verkrijgen; want aan de Levieten geef Ik als erfdeel de tiende, die de Israëlieten de HERE als heffing brengen; daarom heb Ik van hen gezegd: In het midden der Israëlieten zullen zij geen erfdeel verkrijgen. De HERE nu sprak tot Mozes: Tot de Levieten zult gij spreken en tot hen zeggen: Wanneer gij van de Israëlieten de tiende ontvangt, die Ik u van hen als erfdeel geef, dan zult gij daarvan als een heffing voor de HERE een tiende van de tiende brengen, en het zal voor u als een heffing beschouwd worden, als ware het het koren van de dorsvloer en de inhoud van de perskuip. Aldus zult ook gij van al de tienden die gij van de Israëlieten ontvangt, een heffing voor de HERE brengen en gij zult daarvan de heffing voor de HERE aan de priester Aäron geven. Van alles wat u geschonken wordt, zult gij de gehele heffing voor de HERE brengen, van al het beste ervan, hetgeen daarvan geheiligd wordt. En gij zult tot hen zeggen: Wanneer gij het beste daarvan als heffing brengt, zal dat voor de Levieten beschouwd worden als de opbrengst van de dorsvloer en van de perskuip; gij zult het met uw gezin op elke plaats mogen eten, want het strekt u tot loon als vergoeding voor uw dienst aan de tent der samenkomst. Gij zult ten aanzien daarvan geen zonde op u laden, indien gij maar het beste daarvan als heffing brengt; zo zult gij de heilige gaven der Israëlieten niet ontwijden, opdat gij niet sterft.

Numeri 18:20-32 Het Boek (HTB)

U, als priester, mag geen land in eigendom hebben noch een andere bron van inkomsten, want Ik ben alles wat u nodig hebt. Wat de stam Levi betreft, uw familie, zij zullen voor hun werk worden betaald uit de tienden die het hele land Israël opbrengt. Van nu af aan mogen Israëlieten die geen priester of Leviet zijn, het heiligdom niet meer betreden. Als zij dat wel doen, zullen zij schuldig worden verklaard en sterven. Alleen de Levieten zullen het werk daar doen en verantwoordelijk zijn voor de fouten die zij maken. Dit is een eeuwigdurende regel voor Israël, dat de Levieten geen eigendommen mogen bezitten in Israël. Want de tienden van het volk, met een bewegend gebaar voor het altaar aan de HERE geofferd, zullen voor de Levieten zijn. Dat is hun erfenis, daarom hebben zij geen eigendommen nodig.’ De HERE vervolgde tegen Mozes: ‘Zeg de Levieten dat zij de HERE een tiende moeten geven van de tienden die zij ontvangen—een tiende van een tiende—en dat zij dat aan de HERE moeten aanbieden met een bewegend gebaar, staande voor het altaar. De HERE zal dit beschouwen als het offer van de eerste opbrengsten van de oogst van wijn en koren, als was het een offer van hun eigen oogst. Dit tiende deel van de tienden zal worden genomen uit het beste wat u als het deel van de HERE hebt ontvangen en zal aan de priester Aäron worden gegeven. Het zal u worden toegerekend als kwam het van uw eigen dorsvloer en wijnpers. Aäron en zijn zonen en hun gezinnen mogen het thuis eten of op welke plaats zij maar willen, want het is hun loon voor de dienst in de tabernakel. Als u, Levieten, het beste deel van de tienden voor de HERE die u ontvangt, aan de priesters geeft, zult u niet schuldig zijn. Maar pas er voor op dat u de heilige giften van het volk Israël niet behandelt alsof het gewone giften zijn, anders zult u sterven.’

Numeri 18:20-32 Herziene Statenvertaling (HSV)

Ook zei de HEERE tegen Aäron: U zult in hun land geen erfelijk bezit nemen, en u zult geen aandeel in het midden van hen hebben. Ik ben uw deel en erfelijk bezit, in het midden van de Israëlieten. En zie, aan de nakomelingen van Levi heb Ik alle tienden in Israël als erfelijk bezit gegeven, als vergoeding voor hun dienst, die zij verrichten, de dienst in de tent van ontmoeting. De Israëlieten mogen niet meer in de nabijheid van de tent van ontmoeting komen, en zonde op zich laden en daardoor sterven. Maar de Levieten, zij moeten de dienst van de tent van ontmoeting verrichten, en zij moeten zelf hun ongerechtigheid dragen. Dat zal een eeuwige verordening zijn, al uw generaties door, en in het midden van de Israëlieten mogen zij geen erfelijk bezit ontvangen, want de tienden van de Israëlieten, die zij voor de HEERE als hefoffer moeten brengen, heb Ik de Levieten als erfelijk bezit gegeven. Daarom heb Ik tegen hen gezegd: Zij mogen in het midden van de Israëlieten geen erfelijk bezit ontvangen. De HEERE sprak tot Mozes: U moet ook tot de Levieten spreken en tegen hen zeggen: Wanneer u van de Israëlieten de tienden ontvangt, die Ik u gegeven heb als uw erfelijk bezit onder hen, dan moet u daarvan voor de HEERE een hefoffer brengen, de tienden van die tienden. Het zal u toegerekend worden als uw hefoffer, als het koren van de dorsvloer en de inhoud van de perskuip. Zo moet ook u een hefoffer voor de HEERE brengen van al uw tienden, die u van de Israëlieten ontvangt, en u moet het hefoffer daarvan voor de HEERE aan de priester Aäron geven. Van alles wat u geschonken wordt, moet u elk hefoffer voor de HEERE brengen, van al het beste ervan, als heilige gave daarvan. U moet tegen hen zeggen: Wanneer u het beste ervan brengt, zal het de Levieten toegerekend worden als de opbrengst van de dorsvloer en de opbrengst van de perskuip. U mag dat op elke plaats eten, u en uw huis, want dat is uw loon als vergoeding voor uw dienst in de tent van ontmoeting. U zult daardoor geen zonde op u laden, als u maar het beste ervan brengt. Zo zult u de geheiligde gaven van de Israëlieten niet ontheiligen, opdat u niet sterft.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid