Marcus 7:31-35
Marcus 7:31-35 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Hij wederom weggegaan zijnde van de landpalen van Tyrus en Sidon, kwam aan de zee van Galiléa, door het midden der landpalen van Dekápolis. En zij brachten tot Hem een dove, die zwaarlijk sprak, en baden Hem, dat Hij de hand op hem legde. En hem van de schare alleen genomen hebbende, stak Hij Zijn vingeren in zijn oren, en gespogen hebbende, raakte Hij zijn tong aan; En opwaarts ziende naar den hemel, zuchtte Hij, en zeide tot hem: Effatha! dat is: wordt geopend! En terstond werden zijn oren geopend, en de band zijner tong werd los, en hij sprak recht.
Marcus 7:31-35 Herziene Statenvertaling (HSV)
En toen Hij weer weggegaan was uit het gebied van Tyrus en Sidon, kwam Hij bij de zee van Galilea, midden door het gebied van Dekapolis. En ze brachten een dove bij Hem, die moeilijk sprak, en smeekten Hem dat Hij de hand op hem legde. En na hem uit de menigte apart genomen te hebben, stak Hij Zijn vingers in zijn oren, en na gespuwd te hebben, raakte Hij zijn tong aan. En terwijl Hij opkeek naar de hemel, zuchtte Hij en zei Hij tegen hem: Effatha! dat is: Word geopend! En meteen werden zijn oren geopend en de band van zijn tong werd los, en hij sprak goed.
Marcus 7:31-35 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En toen Hij weder uit het gebied van Tyrus vertrokken was, kwam Hij door Sidon naar de zee van Galilea, midden in het gebied van Dekapolis. En zij brachten tot Hem een dove, die moeilijk sprak, en smeekten Hem deze de hand op te leggen. Hij nam hem terzijde, buiten de schare, en stak zijn vingers in zijn oren, spuwde, raakte zijn tong aan, en Hij zag op naar de hemel en zuchtte en zeide tot hem: Effata, dat is: wordt geopend! En zijn oren werden geopend en terstond werd de band zijner tong los en hij sprak goed.
Marcus 7:31-35 Het Boek (HTB)
Van Tyrus ging Jezus naar Sidon en vandaar naar de provincie Dekapolis, naar de oever van het meer van Galilea. Daar werd een dove man bij Hem gebracht, die ook nauwelijks kon praten. De mensen vroegen Jezus of Hij zijn hand op deze man wilde leggen om hem te genezen. Jezus nam hem apart. Hij stak zijn vingers in de oren van de man, spuugde en raakte zijn tong aan. Daarna keek Hij naar de hemel en zei met een zucht: ‘Ga open.’ De man kon ineens goed horen en spreken.
Marcus 7:31-35 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jezus vertrok weer uit het gebied van Tyrus en Sidon en ging naar het meer van Galilea. Daarbij reisde Hij door de Dekapolis (= 'Tienstedengebied'). Ze brachten een man naar Hem toe die doof was en maar moeilijk kon praten. Ze smeekten Hem om hem de handen op te leggen. Hij nam hem apart, bij de grote groep mensen vandaan. Hij stak zijn vingers in de oren van de man, spuugde op de grond, raakte zijn tong aan, keek omhoog naar de hemel en zuchtte. Toen zei Hij tegen hem: "Ga open!" En de oren van de man gingen open: hij kon horen. Ook kwam zijn tong los en hij kon normaal praten.