Mattheüs 22:19-21
Mattheüs 22:19-21 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Gij geveinsden, wat verzoekt gij Mij? Toont Mij den schattingpenning. En zij brachten Hem een penning. En Hij zeide tot hen: Wiens is dit beeld en het opschrift? Zij zeiden tot Hem: Des keizers. Toen zeide Hij tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is.
Mattheüs 22:19-21 Herziene Statenvertaling (HSV)
Huichelaars, waarom verzoekt u Mij? Toon Mij de belastingmunt. En zij brachten Hem een penning. En Hij zei tegen hen: Van wie is deze afbeelding en het opschrift? Zij zeiden tegen Hem: Van de keizer. Toen zei Hij tegen hen: Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.
Mattheüs 22:19-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toont Mij het geldstuk voor de belasting. Zij brachten Hem een schelling. En Hij zeide tot hen: Wiens beeldenaar en opschrift is dit? Zij zeiden: Van de keizer. Toen zeide Hij tot hen: Geeft dan de keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is.
Mattheüs 22:19-21 Het Boek (HTB)
Geef Mij eens een geldstuk.’ Zij gaven Hem er één. Hij vroeg hun: ‘Wiens portret en opschrift staan erop?’ ‘Van de keizer,’ antwoordden zij. ‘Wel,’ zei Hij, ‘geef dan aan de keizer wat van de keizer is en aan God wat van God is.’
Mattheüs 22:19-21 BasisBijbel (BB)
Hij zei: "Wat zijn jullie toch schijnheilig! Waarom dagen jullie Mij uit? Laat Mij de munt zien waarmee jullie de belasting betalen." Ze brachten Hem een munt. Toen zei Hij tegen hen: "Van wie zijn het hoofd en de naam die er op staan?" Ze zeiden: "Van de keizer." Toen zei Hij tegen hen: "Geef dan aan de keizer waar de keizer recht op heeft. En geef aan God waar God recht op heeft."