Leviticus 23:27-32
Leviticus 23:27-32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Maar op de tiende van die zevende maand is de Verzoendag; een heilige samenkomst zult gij hebben en gij zult u verootmoedigen en de HERE een vuuroffer brengen. Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, want het is de Verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht van de HERE, uw God. Want ieder die zich op die dag niet zal verootmoedigen, zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten. Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik verdelgen uit het midden van zijn volk. Generlei arbeid zult gij verrichten: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen. Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen. Op de negende van de maand, des avonds, van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren.
Leviticus 23:26-32 Het Boek (HTB)
De Grote Verzoendag. Deze dag valt negen dagen na het Feest van de Bazuinen. Alle mensen moeten bijeenkomen in een heilige samenkomst voor de HERE, met berouw over de zonden die zij deden, zij zullen brandoffers aan de HERE brengen. Werk die dag niet, want het is een speciale dag om verzoening te doen voor de HERE, uw God. Degene die deze dag niet berouwvol en ootmoedig doorbrengt, zal worden verbannen. Ieder die op die dag toch werkt, zal Ik vernietigen. Dit is een wet voor Israël en voor alle komende generaties. Want dit is een sabbat van volledige rust, waarop iedereen moet vasten en zich verootmoedigen met een berouwvol hart. Deze tijd voor verzoening begint op de voorafgaande avond en duurt tot de avond daarop.
Leviticus 23:27-32 BasisBijbel (BB)
"De tiende dag van de zevende maand is de Dag van Vergeving. Jullie moeten een heilige bijeenkomst houden en jullie moeten spijt hebben van de verkeerde dingen die jullie hebben gedaan. Jullie moeten voor Mij een vuur-offer offeren. Op die dag mag niemand werken, want het is de Dag van Vergeving. Die dag moeten jullie aan Mij, jullie Heer God, om vergeving vragen. Iedereen die op die dag geen spijt heeft van de verkeerde dingen die hij heeft gedaan, zal Ik doden. Ook iedereen die op die dag werkt, zal Ik doden. Niemand mag op die dag werken. Dat is een eeuwige wet, overal waar jullie wonen. Het is een rustdag voor jullie, en jullie moeten spijt hebben van de verkeerde dingen die jullie hebben gedaan. Deze heilige rustdag begint op de avond van de negende dag van de maand, en hij duurt tot aan de volgende avond."
Leviticus 23:27-32 Herziene Statenvertaling (HSV)
Alleen op de tiende dag van deze zevende maand is de Verzoendag. U moet een heilige samenkomst houden. U moet uzelf dan verootmoedigen en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Op diezelfde dag mag u geen enkel werk doen, want het is de Verzoendag, om voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verzoening voor u te doen. Voorzeker, iedere persoon die zich op diezelfde dag niet verootmoedigt, moet van zijn volksgenoten worden afgesneden. En elke persoon die op diezelfde dag enig werk verricht, die persoon zal Ik uit het midden van zijn volk ombrengen. U mag geen enkel werk doen. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door, in al uw woongebieden. Het moet voor u een sabbat zijn, een dag van volledige rust, en u moet uzelf verootmoedigen. 's Avonds, op de negende dag van de maand, moet u uw sabbat vieren, vanaf de avond tot aan de volgende avond.