Leviticus 18:24-30
Leviticus 18:24-30 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Verontreinigt u niet met enige van deze; want de heidenen, die Ik van uw aangezicht uitwerpe, zijn met alle deze verontreinigd; Zodat het land onrein is, en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn inwoners uitspuwt. Maar gij zult Mijn inzettingen en Mijn rechten onderhouden, en van al die gruwelen niets doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert. Want de lieden dezes lands, die voor u geweest zijn, hebben al deze gruwelen gedaan; en het land is onrein geworden. Dat u dat land niet uitspuwe, als gij hetzelve zult verontreinigd hebben; gelijk als het het volk, dat voor u was, uitgespuwd heeft. Want al wie enige van deze gruwelen doen zal, die zielen, die ze doen, zullen uit het midden van haar volk uitgeroeid worden. Daarom zult gij Mijn bevel onderhouden, dat gij niet doet van die gruwelijke inzettingen, die voor u zijn gedaan geweest, en u daarmede niet verontreinigt; Ik ben de HEERE, uw God!
Leviticus 18:24-30 Herziene Statenvertaling (HSV)
U mag uzelf niet verontreinigen met al die dingen, want de heidenvolken die Ik vóór u uit ga verdrijven, hebben zich met al die dingen verontreinigd, zodat het land onrein geworden is. Ik zal het zijn ongerechtigheid vergelden, zodat het land zijn bewoners zal uitspuwen. Maar ú moet Mijn verordeningen en Mijn bepalingen in acht nemen. U mag geen enkele van die gruweldaden doen, de ingezetene van het land niet, en ook de vreemdeling niet die in uw midden verblijft. Want de mensen in dit land die er vóór u waren, hebben al die gruweldaden gedaan, zodat het land onrein geworden is. Laat het land u niet uitspuwen, omdat u het verontreinigt, zoals het het heidenvolk dat er vóór u was, uitgespuwd heeft. Want al wie ook maar één van al die gruweldaden doet, de personen die ze doen, moeten uit het midden van hun volk uitgeroeid worden. Daarom moet u Mijn voorschriften in acht nemen en geen van die gruwelijke gebruiken die vóór u gedaan zijn, navolgen, en u daardoor niet verontreinigen. Ik ben de HEERE, uw God.
Leviticus 18:24-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Verontreinigt u niet door dit alles, want door dit alles hebben zich verontreinigd de volken die Ik voor u uit wegdrijf. Het land toch werd verontreinigd en Ik vergold daaraan zijn ongerechtigheid, zodat het land zijn inwoners uitspuwde. Gij echter zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen en geen van deze gruwelen doen, noch de geboren Israëliet, noch de vreemdeling die in uw midden vertoeft – want al deze gruwelen deden de lieden van het land, die vóór u waren, zodat het land onrein werd – opdat het land u niet uitspuwe, wanneer gij het verontreinigt, zoals het uitgespuwd heeft het volk, dat vóór u was. Want ieder die iets van al deze gruwelen doet, – degenen, die ze doen, zullen uit het midden van hun volk uitgeroeid worden. Zo zult gij het voorschrift dat Ik u geef, in acht nemen, zodat gij de gruwelijke inzettingen niet doet, die vóór u gedaan werden, opdat gij u daardoor niet verontreinigt. Ik ben de HERE, uw God.
Leviticus 18:24-30 Het Boek (HTB)
Verontreinig u niet op een van deze manieren, zoals de heidense volken gewend zijn. Want omdat zij dit doen, zal Ik hen verdrijven uit het land waarheen u op weg bent. Dat hele land is verontreinigd door dergelijk gedrag. Daarom zal Ik de bewoners van dat land straffen en hen uit het land verjagen. U moet al mijn wetten en voorschriften gehoorzamen en naleven en deze gruwelijke zonden nalaten. Deze wetten gelden zowel voor geboren Israëlieten als voor buitenlanders die bij u wonen. Ja, het volk van het land waarheen Ik u breng, heeft doorlopend dergelijke wandaden bedreven, het land is er onrein door geworden. Doe deze zonden niet, anders zal Ik u het land uitdrijven, net zoals Ik nu zal doen met de volken die daar wonen. Hij die een van deze wandaden bedrijft, zal uit het volk worden verstoten. Neem mijn wetten dus goed in acht en neem niet een van deze vreselijke gewoonten over. Verontreinig uzelf niet met de wandaden van hen die wonen in het land waarheen u op weg bent. Want Ik ben de HERE, uw God.’
Leviticus 18:24-30 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Al deze dingen maken je onrein. Doe ze dus niet. Want met zulke dingen hebben de volken die Ik voor jullie zal wegjagen zich onrein gemaakt. Het hele land is erdoor bedorven. Daarom zal Ik hen straffen, zodat het land zijn bewoners zal uitspugen. Maar jullie moeten je houden aan mijn wetten en leefregels en geen één van die walgelijke dingen doen. Dat geldt voor de Israëlieten én voor de vreemdelingen die bij jullie wonen. Want de mensen die vóór jullie in dat land woonden, deden al die walgelijke dingen. Het land is erdoor bedorven. Doe daarom niet dezelfde dingen, want dan zal het land ook jullie uitspugen. Net zoals het land het volk heeft uitgespuugd dat daar vóór jullie woonde. Iedereen die één van die walgelijke dingen doet, moet worden gedood. Dan zullen jullie je houden aan de wetten en leefregels die Ik jullie heb gegeven. Dan zullen jullie niet dezelfde walgelijke dingen doen als de volken die vóór jullie in het land woonden. Zo zullen jullie jezelf niet onrein maken. Ik ben jullie Heer God."