Johannes 6:16-24
Johannes 6:16-24 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En als het avond geworden was, gingen Zijn discipelen af naar de zee. En in het schip gegaan zijnde, kwamen zij over de zee naar Kapernaüm. En het was alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen. En de zee verhief zich, overmits er een grote wind waaide. En als zij omtrent vijf en twintig of dertig stadiën gevaren waren, zagen zij Jezus, wandelende op de zee, en komende bij het schip; en zij werden bevreesd. Maar Hij zeide tot hen: Ik ben het; zijt niet bevreesd. Zij hebben dan Hem gewilliglijk in het schip genomen; en terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar toe voeren. Des anderen daags de schare, die aan de andere zijde der zee stond, ziende, dat aldaar geen ander scheepje was dan dat ene, daar Zijn discipelen ingegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen in dat scheepje niet was gegaan, maar dat Zijn discipelen alleen weggevaren waren; (Doch er kwamen andere scheepjes van Tibérias, nabij de plaats, waar zij het brood gegeten hadden, als de Heere gedankt had.) Toen dan de schare zag, dat Jezus aldaar niet was, noch Zijn discipelen, zo gingen zij ook in de schepen, en kwamen te Kapernaüm, zoekende Jezus.
Johannes 6:16-24 Herziene Statenvertaling (HSV)
En toen het avond werd, daalden Zijn discipelen af naar de zee. En toen zij in het schip gegaan waren, staken zij de zee over naar Kapernaüm. En het was al donker geworden en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. En de zee werd onstuimig, want er waaide een harde wind. En toen zij ongeveer vijfentwintig of dertig stadiën geroeid hadden, zagen zij Jezus op de zee lopen en dicht bij het schip komen, en zij werden bevreesd. Maar Hij zei tegen hen: Ik ben het, wees niet bevreesd. Zij wilden Hem dan in het schip nemen, en meteen bereikte het schip het land waar zij naartoe voeren. De volgende dag zag de menigte, die aan de overkant van de zee stond, dat daar geen ander scheepje was dan dat ene waar Zijn discipelen in gegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen niet in het scheepje gegaan was, maar dat Zijn discipelen alleen weggevaren waren. Maar er kwamen andere scheepjes van Tiberias, dicht bij de plaats waar zij het brood gegeten hadden nadat de Heere gedankt had. Toen de menigte nu zag dat Jezus daar niet was, en ook Zijn discipelen niet, gingen zij zelf ook in de schepen en kwamen in Kapernaüm om Jezus te zoeken.
Johannes 6:16-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En toen het avond geworden was, gingen zijn discipelen naar de zee en begaven zich in een schip over de zee naar Kafarnaüm. En het was reeds donker geworden en Jezus was nog niet tot hen gekomen, en de zee werd onstuimig, daar er een harde wind woei. Toen zij dan vijfentwintig of dertig stadiën hadden geroeid, zagen zij Jezus over de zee gaan en dicht bij het schip komen, en zij werden bevreesd. Maar Hij zeide tot hen: Ik ben het, weest niet bevreesd. Zij wilden Hem dan in het schip nemen en terstond bereikte het schip het land, waar zij heengingen. De volgende dag zag de schare, die aan de andere zijde van de zee stond, dat daar geen ander scheepje was geweest dan één, en dat Jezus niet met zijn discipelen in dit schip gegaan was, maar dat zijn discipelen alleen waren weggevaren. Doch er kwamen andere scheepjes uit Tiberias bij de plaats, waar zij het brood gegeten hadden, nadat de Here gedankt had. Toen dan de schare zag, dat Jezus daar niet was en ook zijn discipelen niet, gingen ook zij in de scheepjes en kwamen te Kafarnaüm om Jezus te zoeken.
Johannes 6:16-24 Het Boek (HTB)
Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen de berg af en kwamen bij het meer. Toen het al donker was en Jezus nog steeds wegbleef, gingen zij in een boot en staken over naar Kafarnaüm. Plotseling begon het vreselijk te waaien en kwamen er hoge golven op het meer. Nadat zij ongeveer vijf kilometer geroeid hadden, zagen zij Jezus over het water lopen. Hij kwam naar hun boot toe. Zij werden bang, maar Hij zei: ‘Ik ben het! Jullie hoeven niet bang te zijn.’ ‘Kom aan boord,’ zeiden ze. Even later legden zij in Kafarnaüm aan. De volgende morgen kwamen er weer veel mensen naar de plaats waar Jezus het brood had uitgedeeld. Zij dachten dat Hij daar nog zou zijn, omdat zijn leerlingen de vorige dag alleen waren weggevaren. Maar toen zij zagen dat Jezus er niet was, stapten zij in een paar boten die uit Tiberias waren gekomen en staken over naar Kafarnaüm om Jezus te zoeken.
Johannes 6:16-24 BasisBijbel (BB)
Toen het avond was geworden, gingen zijn leerlingen naar het meer. Ze stapten in een boot en begonnen naar de overkant te roeien, naar Kapernaüm. Het was al donker geworden, maar Jezus was nog niet bij hen teruggekomen. Intussen was het gaan stormen en de golven werden steeds hoger. Toen ze ongeveer 25 of 30 stadiën (ongeveer 7 km) hadden geroeid, zagen ze Jezus over het meer lopen en naar de boot komen. Ze werden vreselijk bang. Maar Jezus zei: "IK BEN het. Wees maar niet bang." Ze wilden Hem bij zich in de boot nemen. Op dat moment waren ze plotseling aan de overkant. De volgende dag was de grote groep mensen nog steeds aan de andere kant van het meer. Ze zagen dat er geen andere boot had gelegen dan die van de leerlingen. Ze wisten dat Jezus niet met zijn leerlingen in die boot was weggevaren. De leerlingen waren zonder Hem vertrokken. Er kwamen wel andere bootjes uit Tiberias bij de plek waar ze het brood hadden gegeten nadat de Heer Jezus ervoor had gedankt. De mensen zagen dat Jezus daar niet bij was en de leerlingen ook niet. Toen voeren ook zij naar de overkant, om Jezus in Kapernaüm te zoeken.