Jeremia 9:3-9
Jeremia 9:3-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En zij spannen hun tong als hun boog tot leugen; zij worden geweldig in het land, doch niet tot waarheid; want zij gaan voort van boosheid tot boosheid, maar Mij kennen zij niet, spreekt de HEERE. Wacht u, een iegelijk van zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend wandelt in achterklap. En zij handelen bedriegelijk, een ieder met zijn vriend, en spreken de waarheid niet; zij leren hun tong leugen spreken, zij maken zich moede met verkeerdelijk te handelen. Uw woning is in het midden van bedrog; door bedrog weigeren zij Mij te kennen, spreekt de HEERE. Daarom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Ziet, Ik zal hen smelten en zal hen beproeven; want hoe zou Ik anders doen ten aanzien der dochter Mijns volks? Hun tong is een moordpijl, zij spreekt bedrog; een ieder spreekt met zijn naaste van vrede met zijn mond, maar in zijn binnenste legt hij lagen. Zou Ik hen om deze dingen niet bezoeken? spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk een volk, als dit is?
Jeremia 9:3-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zij spannen hun tong als hun boog. Met leugen en niet met betrouwbaarheid zijn zij in het land sterk geworden, want zij gaan voort van slechtheid tot slechtheid, en Mij kennen ze niet, spreekt de HEERE. Laat eenieder voor zijn naaste op zijn hoede zijn, en vertrouw op geen enkele broeder, want elke broeder doet niet anders dan bedriegen, en elke vriend gaat rond met lasterpraat. Eenieder bedriegt zijn naaste, zij spreken niet de waarheid. Zij leren hun tong leugens te spreken, zij vermoeien zich met onrecht doen. U woont te midden van bedrog, door bedrog weigeren zij Mij te kennen, spreekt de HEERE. Daarom, zo zegt de HEERE van de legermachten: Zie, Ik ga hen louteren en hen beproeven, want hoe zou Ik anders handelen ten aanzien van de dochter van Mijn volk? Hun tong is een moordende pijl, bedrog spreekt hij. Met zijn mond spreekt men van vrede met zijn naaste, maar in zijn binnenste legt men hem een hinderlaag. Zou Ik hun deze dingen niet vergelden? spreekt de HEERE, of zou Mijn ziel zich op een volk als dit niet wreken?
Jeremia 9:3-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
zij spannen hun tong als hun leugenboog en niet naar billijkheid oefenen zij de macht in het land, want van het ene kwaad gaan zij over op het andere, en Mij willen zij niet kennen, luidt het woord des HEREN. Neemt u in acht, een ieder voor zijn naaste, en stelt op niet één broeder uw vertrouwen, want iedere broeder is een aartsbedrieger, en iedere vriend gaat rond met kwaadsprekerij. De een leidt de ander om de tuin en waarheid spreken zij niet; zij hebben hun tong gewend aan leugen spreken, met draaierij matten zij zich af. Hier woont onderdrukking op onderdrukking, bedrog op bedrog; zij weigeren Mij te kennen, luidt het woord des HEREN. Daarom, zo zegt de HERE der heerscharen: Zie, Ik smelt en toets hen, want hoe moet Ik doen ten aanzien van de dochter mijns volks? Een moordende pijl is hun tong, die bedrog spreekt; met zijn mond spreekt men van vrede met zijn naaste, doch in zijn binnenste legt men zijn hinderlaag. Zou Ik hierover aan hen geen bezoeking doen, luidt het woord des HEREN, of zou Ik aan een volk als dit Mij niet wreken?
Jeremia 9:3-9 Het Boek (HTB)
‘Zij buigen hun tongen als bogen om hun leugens als pijlen weg te schieten. Zij besturen het land onrechtvaardig en gaan van kwaad tot erger, zij geven niets om Mij,’ zegt de HERE. ‘Pas op voor uw buurman! Kijk uit voor uw broer! Zij geven niets om een ander en verspreiden gemene leugens. De ene vriend bedriegt de andere. Met geoefende tong leiden zij elkaar met leugens om de tuin en zij vermoeien zichzelf met al hun zonden. Zij bouwen hun huis op bedrog en weigeren Mij te erkennen,’ zegt de HERE. Daarom zegt de HERE van de hemelse legers: ‘Kijk, Ik zal hen smelten en hen zuiveren en testen als metaal. Wat kan Ik anders met hen doen? Want hun tongen zijn net dodelijke speren. Zij praten vriendelijk met hun naasten, terwijl zij van plan zijn hen te doden. Moet Ik hen voor zulke dingen niet straffen?’ vraagt de HERE. ‘Moet Ik Mij niet wreken op een volk als dit?
Jeremia 9:3-9 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De Heer zegt: "Met hun tong schieten ze leugens af, als pijlen uit een boog. Ze regeren onrechtvaardig over het land. Ze plegen de ene misdaad na de andere. En Mij willen ze niet kennen. Pas op voor je vriend. Vertrouw zelfs je broer niet. Want je broers bedriegen je en je vrienden spreken kwaad over je. Iedereen bedriegt zelfs zijn beste vriend. Niemand spreekt de waarheid. Iedereen liegt en bedriegt. Niemand doet nog iets goeds. Leugen wordt op leugen gestapeld. Bedrog op bedrog. En Mij willen ze niet kennen, zegt de Heer. Daarom zegt de Heer van de hemelse legers: Ik zal hen smelten zoals je goud smelt. Ik kijk of er nog iets goeds in hen te vinden is. Want wat moet Ik anders doen met Jeruzalem? Hun tong is zo dodelijk als een pijl. Eén en al leugens en bedrog. De mensen praten vriendelijk tegen elkaar. Maar in gedachten bedenken ze hoe ze de ander kunnen beroven. Zou Ik hen daar soms niet voor straffen? zegt de Heer. Kan Ik zo'n volk dan zomaar zijn gang laten gaan?"