Jeremia 45:3-4
Jeremia 45:3-4 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Gij zegt: Wee nu mij, want de HEERE heeft droefenis tot mijn smart gedaan; ik ben moede van mijn zuchten, en vind geen rust! Zo zult gij tot hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Zie, dat Ik gebouwd heb, breek Ik af, en dat Ik geplant heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse land.
Jeremia 45:3-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
U zegt: Wee mij toch, want de HEERE heeft aan mijn leed nog meer verdriet toegevoegd. Ik ben moe van mijn zuchten. Ik vind geen rust. Dit moet u tegen hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Zie, wat Ik gebouwd heb, ga Ik afbreken, en wat Ik geplant heb, ga Ik wegrukken, zelfs heel dit land.
Jeremia 45:3-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Gij zegt: wee mij toch, want de HERE heeft smart bij mijn lijden gevoegd, ik ben moede van mijn zuchten en rust vind ik niet. Aldus zult gij tot hem zeggen: Zo zegt de HERE: zie, wat Ik gebouwd heb, breek Ik zelf af en wat Ik geplant heb, ruk Ik zelf uit
Jeremia 45:3-4 Het Boek (HTB)
“U hebt gezegd: ik kan het niet meer aan! Heb ik al geen moeilijkheden genoeg? Nu geeft de HERE mij nog meer! Ik ben uitgeput door mijn verdriet en vind nergens rust. Maar vertel Baruch dit: de HERE zegt: Ik zal dit volk dat Ik heb opgebouwd, verwoesten. Wat Ik heb geplant, zal Ik uitrukken.
Jeremia 45:3-4 BasisBijbel (BB)
Jij zegt: 'Verschrikkelijk! Ik kan er niet meer tegen! De Heer heeft mij zoveel pijn en verdriet bezorgd. Ik heb genoeg van alle ellende. Nooit heb ik rust!' Maar dit zegt de Heer: Wat Ik had opgebouwd, breek Ik nu Zelf af. En wat Ik had geplant, ruk Ik nu Zelf uit. Dat doe Ik met dit hele land. Ik zal alle bewoners van dit land vernietigen.