Jeremia 32:6-15
Jeremia 32:6-15 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Jeremia dan zeide: Des HEEREN woord is tot mij geschied, zeggende: Zie, Hanameël, de zoon van Sallum, uw oom, zal tot u komen, zeggende: Koop u mijn veld, dat bij Anathoth is, want gij hebt het recht van lossing, om te kopen. Alzo kwam Hanameël, mijns ooms zoon, naar des HEEREN woord, tot mij, in het voorhof der bewaring, en zeide tot mij: Koop toch mijn veld, hetwelk is bij Anathoth, dat in het land van Benjamin is; want gij hebt het erfrecht, en gij hebt de lossing, koop het voor u. Toen merkte ik, dat het des HEEREN woord was. Dies kocht ik van Hanameël, mijns ooms zoon, het veld, dat bij Anathoth is; en ik woog hem het geld toe, zeventien zilveren sikkelen. En ik onderschreef den brief en verzegelde dien, en deed het getuigen betuigen, als ik het geld op de weegschaal gewogen had. En ik nam den koopbrief, die verzegeld was naar het gebod en de inzettingen, en den open brief; En ik gaf den koopbrief aan Baruch, den zoon van Nerija, den zoon van Machseja, voor de ogen van Hanameël, mijns ooms zoon, en voor de ogen der getuigen die den koopbrief hadden onderschreven; voor de ogen van al de Joden, die in het voorhof der bewaring zaten. En ik beval Baruch voor hun ogen, zeggende: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Neem deze brieven, dezen koopbrief, zo den verzegelden als dezen open brief, en doe ze in een aarden vat, opdat zij vele dagen mogen bestaan. Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Er zullen nog huizen, en velden, en wijngaarden in dit land gekocht worden.
Jeremia 32:6-15 Herziene Statenvertaling (HSV)
Jeremia zei: Het woord van de HEERE kwam tot mij: Zie, Hanameël, de zoon van uw oom Sallum zal naar u toe komen en zeggen: Koop voor uzelf mijn akker die in Anathoth is, want u hebt het recht van lossing om hem te kopen. Hanameël, de zoon van mijn oom, kwam, overeenkomstig het woord van de HEERE, naar mij toe op het binnenplein van de wacht. Hij zei tegen mij: Koop toch mijn akker die in Anathoth is, dat in het land van Benjamin is, want u hebt het recht van bezit en u hebt het recht van lossing. Koop hem voor uzelf! Toen wist ik dat dit het woord van de HEERE was. Dus kocht ik van Hanameël, de zoon van mijn oom, de akker die in Anathoth is. Ik woog voor hem het geld af, zeventien sikkel zilver. Ik ondertekende de koopbrief en verzegelde die, en liet door getuigen bevestigen dat ik het geld op een weegschaal had afgewogen. Ik nam de koopbrief, die volgens het gebod en de verordeningen verzegeld was, en de opengelaten brief, en gaf de koopbrief aan Baruch, de zoon van Neria, de zoon van Machseja, voor de ogen van Hanameël, de zoon van mijn oom, voor de ogen van de getuigen die de koopbrief hadden ondertekend, en voor de ogen van alle Judeeërs die op het binnenplein van de wacht zaten. Ik gaf Baruch voor hun ogen deze opdracht en zei: Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Neem deze brieven, deze koopbrief – de verzegelde en deze opengelaten brief – en doe ze in een aarden pot, zodat ze vele dagen in goede staat blijven. Want zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Er zullen weer huizen en akkers en wijngaarden gekocht worden in dit land.
Jeremia 32:6-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Jeremia dan zeide: Het woord des HEREN kwam tot mij: Zie, Chanamel, de zoon van uw oom Sallum, komt tot u met het voorstel: Koop gij mijn akker die in Anatot ligt, want gij hebt het recht van lossing tot de koop. En Chanamel, de zoon van mijn oom, kwam naar het woord des HEREN tot mij in de gevangenhof en zeide tot mij: Koop toch mijn akker die in Anatot, in het gebied van Benjamin ligt, want gij hebt het recht van bezit en gij hebt de lossing, koop gij hem. Toen wist ik, dat dit het woord des HEREN was. Dus kocht ik van Chanamel, de zoon van mijn oom, de akker die in Anatot ligt, en ik wilde hem het geld, zeventien zilveren sikkelen, afwegen. Dus schreef ik een koopbrief, zette mijn zegel erop, liet die door getuigen bekrachtigen en woog het geld op een weegschaal af. Daarna nam ik de koopbrief, zowel die, die verzegeld was naar het voorschrift en de wettelijke bepalingen, als de open brief, en gaf de koopbrief aan Baruch, de zoon van Neria, de zoon van Machseja, in tegenwoordigheid van Chanamel, de zoon van mijn oom, de getuigen die de koopbrief ondertekend hadden, en al de Judeeërs die zich in de gevangenhof bevonden. Toen gaf ik Baruch in hun tegenwoordigheid deze opdracht: Zo zegt de HERE der heerscharen, de God van Israël: Neem deze brieven, deze koopbrief, zowel de verzegelde als deze open brief, en leg ze in een aarden vat, opdat zij lange tijd bewaard blijven; want zo zegt de HERE der heerscharen, de God van Israël: Er zullen weer huizen, akkers en wijngaarden gekocht worden in dit land.
Jeremia 32:6-15 Het Boek (HTB)
Toen kreeg Jeremia deze boodschap van de HERE: ‘Uw neef Hanameël, de zoon van Sallum, zal binnenkort hier komen om te vragen of u zijn grond in Anathoth wilt kopen. Volgens de wet hebt u het eerste kooprecht, voordat hij het iemand anders te koop aanbiedt.’ Hanameël kwam zoals de HERE had voorzegd en bezocht mij in de gevangenis. ‘Koop mijn stuk land in Anathoth, in het land van Benjamin,’ zei hij, ‘want de wet geeft u het eerste recht om te kopen.’ Toen wist ik zeker dat de boodschap die ik had gehoord, van de HERE afkomstig was. Dus kocht ik het stuk land en betaalde Hanameël er honderdzevenentachtig gram zilver voor. Ik tekende en verzegelde het koopcontract in het bijzijn van getuigen, woog het zilver af en betaalde hem. Toen nam ik het verzegelde koopcontract waarin de koopvoorwaarden stonden en ook de onverzegelde kopie ervan en voor de ogen van Hanameël, de getuigen die het contract hadden ondertekend en de cipiers gaf ik de papieren aan Baruch, de zoon van Neria, de zoon van Machseja. Ik zei tegen hem, waar iedereen bij was: ‘De HERE van de hemelse legers, de God van Israël, zegt: “Neem dit verzegelde koopcontract en de onverzegelde kopie mee en doe ze in een stenen pot, zodat ze lang bewaard blijven.” Want de HERE van de hemelse legers, de God van Israël, zegt: “In de toekomst zullen deze papieren waardevol worden. Op een goede dag zullen mensen weer eigendommen beheren in dit land en hier weer huizen, wijngaarden en stukken land kopen en verkopen.” ’
Jeremia 32:6-15 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De Heer zei nu tegen mij: "Hanameël, de zoon van je oom Sallum, zal naar je toe komen. Hij zal je vragen of jij zijn akker bij Anatot wil kopen. Hij wil hem kwijt en omdat jij familie van hem bent, heb jij als eerste het recht om de akker te kopen." En inderdaad kwam mijn neef Hanameël naar mij toe in de gevangenis, zoals de Heer gezegd had. Hij zei tegen mij: "Wil jij mijn akker in Anatot kopen, in het gebied van de stam van Benjamin? Want jij hebt daar recht op. Koop hem dus van me." Toen wist ik dat de Heer wilde dat ik die akker zou kopen. Dus kocht ik de akker van Hanameël en betaalde hem er 17 sikkels (187 gram) zilver voor. Ik schreef een koopbrief waarin stond dat ik de akker kocht. Ik verzegelde de brief. Er waren getuigen bij die zagen dat ik het zilver voor hem afgewogen had. + Ik gaf de verzegelde koopbrief en een kopie ervan die open bleef (zoals dat moet van de wet), aan Baruch, de zoon van Neria, die een zoon was van Machseja. Mijn neef Hanameël was daarbij, met de getuigen die de koopbrief ook hadden ondertekend, en al de Judeeërs die daar in de gevangenis op de binnenplaats zaten. Toen zei ik tegen Baruch terwijl iedereen het hoorde: "Dit zegt de Heer van de hemelse legers, de God van Israël: Stop deze twee brieven, dus deze gesloten koopbrief en de open kopie ervan, in een pot, zodat ze lang bewaard zullen blijven. Want dit zegt de Heer van de hemelse legers, de God van Israël: Op een dag zullen er weer huizen, akkers en wijngaarden gekocht worden in dit land."