Richteren 21:17-18
Richteren 21:17-18 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Wijders zeiden zij: De erfenis dergenen, die ontkomen zijn, is van Benjamin, en er moet geen stam uitgedelgd worden uit Israël. Maar wij zullen hun geen vrouwen van onze dochteren kunnen geven; want de kinderen Israëls hebben gezworen, zeggende: Vervloekt zij, die den Benjaminieten een vrouw geeft!
Richteren 21:17-18 Herziene Statenvertaling (HSV)
Verder zeiden zij: Het bezit van hen die ontkomen zijn, is van Benjamin, en er mag geen stam uit Israël verdelgd worden. Wij kunnen hun echter geen vrouwen uit onze dochters geven, want de Israëlieten hebben gezworen en gezegd: Vervloekt zij hij die aan de Benjaminieten een vrouw geeft!
Richteren 21:17-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En zij zeiden: Het erfbezit der ontkomenen moet aan Benjamin blijven, opdat er niet een stam uit Israël worde uitgewist. Maar wij kunnen hun uit onze dochters geen vrouwen geven. Want de Israëlieten hebben gezworen: Vervloekt zij, wie aan Benjamin een vrouw geeft!
Richteren 21:17-18 Het Boek (HTB)
‘In elk geval blijft het gebied Benjamin in bezit van de overgebleven groep. De stam van Benjamin moet in stand blijven. Maar we kunnen hun niet onze eigen dochters geven. Want we hebben gezworen dat wie dat doet, vervloekt zal zijn.’
Richteren 21:17-18 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Daarom zeiden de leiders van het volk: "De mannen van de stam van Benjamin die nu nog over zijn, mogen hun gebied houden. Dan zal er niet een hele stam uit Israël verdwijnen. Maar hun vrouwen zijn allemaal gedood. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de rest van de mannen ook een vrouw krijgt? We kunnen hen niet met onze dochters laten trouwen. Want dat hebben we gezworen."