Jesaja 16:8
Jesaja 16:8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want de wijngaarden van Chesbon verkwijnen: de wijnstok van Sibma, waarvan de heersers der volken de edele druiven neersloegen, welke reikten tot Jazer, zich verloren in de woestijn, waarvan de ranken zich uitbreidden en heenbogen over de zee.
Jesaja 16:8 Het Boek (HTB)
om de verlaten boerderijen van Chesbon en de wijngaarden van Sibma. De vijandelijke leiders hebben de wijngaarden die zich uitstrekten tot aan Jazer in de woestijn en waarvan de ranken zelfs tot voorbij de zee bij Jazer reikten, vernield.
Jesaja 16:8 BasisBijbel (BB)
De velden van Hesbon en de wijngaarden van Sibma zijn vernietigd. De koningen van de volken hebben de heerlijke druiven afgeslagen. Eerst reikten die wijngaarden tot Jaëzer, tot aan de woestijn. Hun takken kwamen tot voorbij de Dode Zee.
Jesaja 16:8 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want de velden van Hesbon zijn verkommerd, de wijnstok van Sibma. De heersers van de heidenvolken hebben zijn edele druivenplanten platgeslagen. Zij reikten tot Jaëzer, zij verdwaalden in de woestijn. Zijn ranken verspreidden zich en hingen tot over de zee.