Hosea 3:1-5
Hosea 3:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En de HEERE zeide tot mij: Ga wederom henen, bemin een vrouw, die, bemind zijnde van haar vriend, nochtans overspel doet; gelijk de HEERE de kinderen Israëls bemint, maar zij zien om naar andere goden, en beminnen de flessen der druiven. En ik kocht ze mij voor vijftien zilverlingen, en een homer gerst, en een halven homer gerst. En ik zeide tot haar: Gij zult vele dagen na mij blijven zitten (gij zult niet hoereren, noch een anderen man geworden), en ik ook na u. Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim. Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
Hosea 3:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
De HEERE zei tegen mij: Ga opnieuw, bemin een vrouw die bemind wordt door haar levensgezel, maar overspel pleegt, zoals de HEERE de Israëlieten bemint, hoewel zij zich wenden tot andere goden en houden van rozijnenkoeken. Voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst kocht ik haar toen voor mij. En ik zei tegen haar: U moet veel dagen bij mij blijven, u mag geen hoererij bedrijven; u mag geen andere man toebehoren, en ook ik zal niet bij u komen. Want de Israëlieten moeten veel dagen zonder koning en zonder vorst blijven, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod en afgodsbeelden. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HEERE, hun God, zoeken en David, hun koning. Zij zullen zich in diep ontzag tot de HEERE en Zijn goedheid wenden, in later tijd.
Hosea 3:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, die zich door een ander laat beminnen en overspelig is, gelijk de HERE de Israëlieten bemint, die zich tot andere goden wenden en minnaars zijn van druivenkoeken. Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen. Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil – in de dagen der toekomst.
Hosea 3:1-5 Het Boek (HTB)
De HERE zei tegen mij: ‘Ga uw vrouw weer halen, breng haar bij u terug en heb haar lief, ook al pleegt zij graag overspel met andere mannen. Want Ik, de HERE, heb Israël nog steeds lief, ook al heeft zij zich gewend tot afgoden en hun mooie geschenken geofferd.’ Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en driehonderddertig liter gerst. Ik zei tegen haar: ‘Je moet een hele tijd alleen blijven, niet met andere mannen uitgaan of prostitutie bedrijven. Ook ik zal je niet aanraken.’ Dit laat zien hoe de Israëlieten lange tijd geen koning zullen hebben en geen altaar, tempels, priesters of zelfs afgoden! Daarna zullen zij terugkeren naar de HERE, hun God, en naar een koning uit het huis van David. Bevend van angst en ontzag zullen zij naderen tot de HERE en zijn zegeningen ervaren. Dit alles zal plaatshebben in de eindtijd.
Hosea 3:1-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De Heer zei tegen mij: "Laat deze vrouw zien dat je van haar houdt, ook al is ze ontrouw aan jou en gaat ze met andere mannen naar bed. Net zo houd Ik van de Israëlieten, ook al zijn ze ontrouw aan Mij. Want ze aanbidden andere goden en drinken graag wijn." Toen kocht ik haar vrij voor 15 zilverstukken en 1½ homer (330 liter) gerst. En ik zei tegen haar: "Je zal een lange tijd op mij moeten wachten. Je mag met niemand naar bed gaan. Ook ik zal niet met je naar bed gaan." De Heer zei: "Zij zal lange tijd zonder mannen zijn. Net zó zullen de Israëlieten heel lang zonder koning, zonder heerser, zonder offers, zonder heiligdom, zonder borsttas met beslissingsstenen en zonder uitlegger van de wet zijn. Daarna zullen de Israëlieten weer bij Mij terugkomen. Ze zullen weer naar Mij verlangen, en naar een koning uit de familie van David. Aan het eind van de tijd zullen ze vol ontzag bij Mij terugkomen, want Ik ben goed voor hen."