Hosea 2:13-22

Hosea 2:13-22 Het Boek (HTB)

‘Maar Ik zal haar opnieuw het hof maken en haar de woestijn in leiden en tot haar hart spreken. Dan zal Ik haar de wijngaarden teruggeven en het dal Achor veranderen in een poort van hoop. Daar zal zij op mijn toenaderingen ingaan en zingen van vreugde, net als vroeger toen zij jong was en Ik haar verloste van de slavernij in Egypte.’ ‘Die dag,’ zegt de HERE, ‘zal zij Mij “mijn man” noemen in plaats van “mijn meester”. Ik zal ervoor zorgen dat zij haar afgoden vergeet en hun namen niet meer in de mond neemt. In die tijd zal Ik een verbond sluiten tussen Israël en de wilde dieren, de vogels en de kruipende dieren. Zij zullen niet langer bang zijn voor elkaar. Ik zal alle wapens vernietigen en een einde maken aan de oorlogen, zodat iedereen in veiligheid kan leven. Israël, Ik zal u voorgoed aan Mij verbinden door banden van gerechtigheid en recht, van onwankelbare liefde en zorg. Ik zal Mij met u verloven door trouw. Dan zult u Mij, de HERE, wérkelijk kennen.’ ‘In die tijd,’ zegt de HERE, ‘zal Ik het gebed van de hemel om wolken verhoren en regen laten stromen op de aarde als antwoord op haar roep om water. Dan kan de aarde voldoen aan de waterbehoefte van het koren, de druiven en de olijfbomen. En zij zullen in koor zingen: “God zaait!” In die tijd zal Ik een oogst aan Israëlieten zaaien en opkweken voor Mijzelf. Ik zal medelijden hebben met hen die “geen medelijden meer” hebben. Ik zal tegen hen die “niet mijn volk” zijn zeggen: “U bent nu mijn volk.” En zij zullen antwoorden met: “En U bent onze God!” ’

Hosea 2:13-22 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

De Heer zegt: "Let op, daarom zal Ik haar lokken, Ik zal haar leiden in de woestijn. Ik zal daar liefdevol tot haar spreken. Ik zal haar wijngaarden weer aan haar teruggeven. Zo zal het Achor-dal een plaats worden van nieuwe hoop. Ze zal weer van liefde voor Mij zingen zoals ze vroeger zong, toen Ik haar uit Egypte bevrijdde. Israël, in die tijd zul je niet langer 'mijn Meester' tegen Mij zeggen. Je zal Mij 'mijn Man' noemen, zegt de Heer. En Ik zal de namen van je afgoden uit je mond weghalen. Je zal je hun namen niet eens meer herinneren. In die tijd zal Ik voor Israël een verbond sluiten met de wilde dieren, de vogels en de kruipende dieren zodat ze je geen kwaad doen. Ook zal Ik ervoor zorgen dat er geen oorlog meer is in het land. Zo zul je veilig kunnen wonen. Israël, je zal mijn bruid worden, voor eeuwig. Ik zal jou tot mijn bruid maken omdat Ik eerlijk, trouw, liefdevol en vriendelijk ben. Ik zal jou opnieuw tot mijn bruid maken door je te laten zien dat Ik trouw ben. Je zal Mij werkelijk leren kennen. In die tijd zal Ik geven wat er nodig is. Ik zal geven wat de hemel nodig heeft. En de hemel zal geven wat de aarde nodig heeft. En de aarde zal geven wat het graan, de wijn en de olijf-olie nodig hebben. En het graan, de wijn en de olijf-olie zullen Jizreël geven wat het nodig heeft. Dan zal Ik Israël voor Mijzelf in het land zaaien en tot een groot volk maken. Ik zal medelijden hebben met Lo-Ruchama (= 'geen medelijden'). En Ik zal tegen Lo-Ammi (= 'niet mijn volk') zeggen: 'Jij bent mijn volk!' En mijn volk zal zeggen: 'Mijn God!' "