Genesis 39:5-6
Genesis 39:5-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En het geschiedde van toen af, dat hij hem over zijn huis, en over al wat het zijne was, gesteld had, dat de HEERE des Egyptenaars huis zegende, om Jozefs wil; ja, de zegen des HEEREN was in alles, wat hij had, in het huis en in het veld. En hij liet alles, wat hij had, in Jozefs hand, zodat hij met hem van geen ding kennis had, behalve van het brood, dat hij at. En Jozef was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.
Genesis 39:5-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
En het gebeurde vanaf het moment dat hij hem over zijn huis en alles wat hij had, had aangesteld, dat de HEERE het huis van de Egyptenaar omwille van Jozef zegende. Ja, de zegen van de HEERE rustte op alles wat hij bezat, zowel in het huis als op het land. Hij liet alles wat hij bezat in de hand van Jozef, zodat hij, met hem naast zich, nergens anders meer kennis van nam dan van het brood dat hij at. Jozef nu was mooi van gestalte en knap om te zien.
Genesis 39:5-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Van het ogenblik af, dat hij hem over zijn huis en over al wat hij bezat had aangesteld, zegende de HERE het huis van de Egyptenaar om Jozefs wil: de zegen des HEREN rustte op alles wat hij had, zowel in huis als op het veld. En hij liet al het zijne aan Jozef over, en met hem naast zich, bemoeide hij zich enkel met het brood dat hij at. Jozef nu was schoon van gestalte en schoon van uiterlijk.
Genesis 39:5-6 Het Boek (HTB)
Ter wille van Jozef zegende de HERE de hele huishouding van Potifar, evenals zijn oogst en zijn vee. Potifar liet al zijn zaken aan Jozef over en had nergens meer omkijken naar. Hij bemoeide zich alleen nog met zijn eigen eten! Jozef was intussen echter een knappe, aantrekkelijke jongeman geworden.
Genesis 39:5-6 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Vanaf dat moment was de Heer goed voor iedereen in het huis van de Egyptenaar, vanwege Jozef. De Heer was goed voor alles wat Potifar had, in zijn huis en op zijn velden. Potifar liet alles wat hij had helemaal aan Jozef over. Hij hoefde zich zelf nergens meer mee te bemoeien, alleen nog maar met wat hij at. Jozef zag er goed uit en was knap om te zien.