Genesis 38:26
Genesis 38:26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen herkende Juda ze en hij zeide: Zij staat tegenover mij in haar recht, omdat ik haar niet aan mijn zoon Sela heb gegeven. En hij heeft geen gemeenschap meer met haar gehad.
Deel
Genesis 38 lezenGenesis 38:26 Het Boek (HTB)
Juda gaf toe dat de zegelring en de wandelstok van hem waren en zei: ‘Zij staat meer in haar recht dan ik, want ik heb mijn belofte dat zij met mijn zoon Sela mocht trouwen, niet gehouden.’ Maar hij trouwde toch niet met haar.
Deel
Genesis 38 lezen