Ezechiël 9:1-3
Ezechiël 9:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in zijn hand. En ziet, zes mannen kwamen van den weg der Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend wapen in zijn hand; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker was aan zijn lenden; en zij kwamen in, en stonden bij het koperen altaar. En de heerlijkheid des Gods van Israël hief zich op van den cherub, waarop Hij was, tot den dorpel van het huis; en Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, die den schrijvers-inktkoker aan zijn lenden had.
Ezechiël 9:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
Daarna riep Hij ten aanhoren van mij met luide stem: Kom naar voren, u die de stad gaat straffen, ieder met zijn verdelgingswapen in zijn hand. En zie, zes mannen kwamen vanuit de richting van de Bovenpoort, die naar het noorden gekeerd is, ieder met zijn vernietigingswapen in zijn hand. Eén Man in hun midden was gekleed in linnen met een schrijverskoker aan Zijn middel. Toen kwamen zij binnen en gingen naast het koperen altaar staan. De heerlijkheid van de God van Israël verhief zich van boven de cherub waarop Hij rustte, naar de drempel van het huis, en Hij riep naar de Man Die in linnen gekleed was, Die de schrijverskoker aan Zijn middel had.
Ezechiël 9:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen riep Hij met luider stem te mijnen aanhoren: Treedt nader, gij, die aan de stad de straf voltrekken moet, ieder met zijn verdelgingswapen in de hand! – En zie, zes mannen kwamen van de kant van de Bovenpoort, die op het noorden uitziet, ieder met zijn vernietigingswapen in de hand, en één man onder hen was in linnen gekleed en droeg een schrijfkoker aan zijn zijde; zij kwamen nader en gingen staan naast het koperen altaar. De heerlijkheid van de God van Israël nu had zich opgeheven van de cherub waarop zij rustte, en zich begeven naar de dorpel van de tempel, en Hij riep de man die in linnen gekleed was en de schrijfkoker aan zijn zijde droeg.
Ezechiël 9:1-3 Het Boek (HTB)
Toen hoorde ik Hem met krachtige stem roepen: ‘Breng de wachters van de stad hierheen, ieder met een wapen in de hand.’ Op zijn geroep verschenen zes mannen uit de richting van de bovenste noordelijke poort, ieder met een dodelijk wapen. Eén van hen droeg linnen kleding en had een schrijverskoker aan zijn riem. Zij gingen de tempel binnen en bleven naast het koperen altaar staan. En de heerlijkheid van de God van Israël steeg op vanaf de cherubs waarop Hij had gerust, tot boven de ingang van de tempel.
Ezechiël 9:1-3 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen hoorde ik de Heer luid roepen: "Kom hier, bewakers van de stad! Kom allemaal hier, met je wapen in de hand! Jullie gaan de stad verwoesten!" Toen kwamen er zes mannen uit de richting van de Bovenpoort. Dat is de poort aan de noordkant. Ze hadden allemaal een wapen in de hand, een wapen van vernietiging. Tussen hen in liep een man in linnen kleren. Hij had een pen, inkt en een boekrol bij zich. Ze kwamen dichterbij en gingen bij het koperen altaar staan. Toen steeg de stralende aanwezigheid van God op van zijn troon boven de hemelse wezens en ging naar de ingang van de tempel. Hij riep de man in de linnen kleren die het schrijfgerei bij zich had.