Ezechiël 43:16-19
Ezechiël 43:16-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De Ariël nu, twaalf ellen de lengte, met twaalf ellen breedte, vierkant aan zijn vier zijden. En het afzetsel veertien ellen de lengte, met veertien ellen breedte, aan zijn vier zijden, en de rand rondom hetzelve, de helft ener el; en de boezem daaraan, een el rondom; en zijn trappen ziende naar het oosten. En Hij zeide tot mij: Mensenkind! zo zegt de Heere HEERE: Dit zijn de ordinantiën des altaars, ten dage als men het zal maken, om brandoffer daarop te offeren, en om bloed daarop te sprengen. En gij zult aan de Levietische priesteren, dewelke uit het zaad van Zadok zijn, die tot Mij naderen (spreekt de Heere HEERE), om Mij te dienen, geven een var, een jong rund, ten zondoffer.
Ezechiël 43:16-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
De vuurhaard is twaalf el lang en twaalf el breed, vierkant naar de vier zijden ervan. En de grote omgang is veertien el lang en veertien el breed, aan de vier zijden ervan, met de opstaande rand eromheen van een halve el hoog, met een geul ervan van een el rondom. En de trappen ervan zijn gericht naar het oosten. Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, zo zegt de Heere HEERE: Dit zijn de verordeningen voor het altaar. Op de dag dat het vervaardigd is om er brandoffers op te brengen en om er bloed op te sprenkelen, moet u de Levitische priesters die van het nageslacht van Zadok zijn en die tot Mij naderen – spreekt de Heere HEERE – om Mij te dienen, een jonge stier – het jong van een rund – als zondoffer geven.
Ezechiël 43:16-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En de vuurhaard is twaalf el lang bij twaalf el breed, vierkant naar zijn vier zijden. De omloop is veertien (el) lang bij veertien (el) breed naar zijn vier zijden; de opstaande rand eromheen is een halve el en zijn goot is een el in het rond, en zijn trappen zijn naar het oosten gekeerd. Daarop zeide Hij tot mij: Mensenkind, zo zegt de Here HERE: dit zijn de inzettingen van het altaar: ten dage dat het voltooid is om er het brandoffer op te offeren en er bloed op te sprengen, zult gij aan de levitische priesters die behoren tot het nageslacht van Sadok, die Mij het naaste zijn – luidt het woord van de Here HERE – om Mij te dienen, een jonge stier tot een zondoffer geven
Ezechiël 43:16-19 Het Boek (HTB)
De vuurhaard van het altaar heeft een lengte en een breedte van 5,40 meter. Het platform daaronder is 6,30 meter lang en breed, met rondom een rand van 23 centimeter breed. Dit hele platform heeft aan alle kanten een goot van 45 centimeter diep. Aan de oostkant zijn treden aangebracht voor het beklimmen van het altaar.’ Hij vervolgde: ‘Mensenzoon, de Oppermachtige HERE zegt: “Dit zijn de voorschriften die u moet volgen bij de dienst hier aan dit altaar, dat is opgericht voor het verbranden van offers en voor het sprenkelen van bloed. Voor een zondoffer moet een jonge stier worden overhandigd aan de Levieten uit de familie van Zadok, die mijn dienaars zijn.
Ezechiël 43:16-19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De haard is vierkant: 12 el (6,36 m) lang en 12 el breed. Ook de uitspringende rand is vierkant: 14 el (7,42 m) lang en 14 el breed. De rand is ½ el (26,5 cm) hoog en 1 el (53 cm) breed. De traptreden naar het altaar zijn aan de oostkant." Toen zei Hij tegen mij: "Mensenzoon, dit zijn mijn bevelen voor het altaar als het af is, op de dag dat er geofferd kan worden en er bloed tegenaan geworpen kan worden. Op die dag moet je een jonge stier geven aan de Levitische priesters uit de familie van Zadok (want alleen zij mogen Mij offers brengen). Die stier is voor een vergevings-offer.